'De pandemie heeft mensen doen beseffen hoe dun de lijn kan zijn tussen je goed voelen en in een kwetsbare positie zitten. Vaak denken we aan daklozen, aan mannen in sociaal isolement, of vrouwen die met seksueel geweld te maken hebben, als we het over kwetsbare mensen hebben. Aan mensen die op afstand van onszelf staan. Nu zien we dat de groepen die we op afstand proberen te houden, helemaal niet zo ver van ons af staan en vaak ook in onszelf zitten.'
Van burenruzies tot het Israëlisch-Palestijns conflict: met storytelling, het delen van je eigen verhaal, maar vooral ook met het luisteren naar dat van een ander, probeert schrijver en directeur van het Storytelling Centre Arjen Barel een betere wereld te scheppen. Onlangs verscheen zijn boek Sterker staan met je eigen verhaal, waarin hij laat zien hoe je met storytelling ook grip kunt krijgen op je eigen leven.
Een betere timing voor het boek is niet mogelijk, lijkt me.
Wanneer ben je begonnen met schrijven?
'Het idee voor het boek had ik al langer. Ik heb me verdiept in narratieve therapie, dat uitgaat van het belang van het eigen verhaal voor je leven. Ik wilde onderzoeken hoe je daarin storytelling kunt toepassen. Met je verhaal en hoe je daarmee omgaat, kun je tot op zekere hoogte je leven beïnvloeden. Tot op zekere hoogte, want natuurlijk blijf je afhankelijk van de context en van anderen. Hoe kun je met de kracht die je uit verhalen haalt, grip op je eigen leven houden? Vanuit die vraag ben ik gaan schrijven, met het idee dat je de dramaturg van je eigen leven bent. Dus niet alleen de regisseur, maar ook de dramaturg.'
En dat viel samen met het moment waarop we die grip massaal leken kwijt te raken.
'De inleiding van het boek schreef ik in een trein in Taiwan, waar ik op vakantie was. Op dat moment begon het te rommelen in Europa. Toen ik terugkwam begon er door corona van alles te schuiven binnen de samenleving en kwam er zoveel aan de oppervlakte. Mensen begonnen de grip kwijt te raken, omdat dat waar ze normaal vanuit konden gaan, niet meer vaststond. Ik zag de onrust die dat gaf.'
Voor jou kwam die onzekerheid al een jaar eerder, schrijf je.
'Een jaar voor de pandemie werd mijn man ziek. Kanker. Hij is vier maanden geleden overleden. Hij was 47 jaar oud toen hij ziek werd, niet een leeftijd waarop je verwacht dat het leven in een rollercoaster verandert en alle plannen die je samen hebt als sneeuw voor de zon verdwijnen. We raakten de grip op ons leven kwijt. Door daar heel bewust mee om te gaan en het verhaal dat we samen hadden opgebouwd, maar ook het verhaal van de ziekte, aan te durven gaan, is het ons gelukt om de grip terug te krijgen. Zo zijn we de laatste anderhalf jaar van zijn leven op een goede manier doorgekomen. We wankelden, maar zijn nooit omgevallen.'
Hoe zijn jullie dat verhaal aangegaan?
'Door heel eerlijk naar onszelf te kijken, te kijken naar de herinneringen die we in onze 18 jaar samen gemaakt hadden en daar betekenis uit te halen. Zo konden we naar elkaar uitspreken wat we met elkaar hadden, wat we voor elkaar betekenden. We hebben heel goed afscheid kunnen nemen, in een sfeer van kracht van wat we wel beleefd hadden. Zo hebben we die laatste periode ook een nieuw verhaal kunnen maken, een nieuwe herinnering. Een waar natuurlijk veel verdriet in zit, want elke herinnering bestaat uit allerlei verschillende aspecten en gevoelens, maar er zit ook veel kracht in. Ik heb wel eens tegen anderen gezegd, maar ook tegen mijn man toen die nog leefde, dat die laatste periode ook een hele mooie periode is geweest, omdat we ervaren hebben wat je als mensen voor elkaar kunt betekenen. In onze relatie, maar ook binnen de omgeving waar je op bouwt.'
En die verhalen hebben jullie gedocumenteerd?
'Vaak in gesprekken, niet door alles op te schrijven, maar ook door bijvoorbeeld samen vakantiefoto's te bekijken. En dan niet te blijven hangen in het anekdotische, van: 'Goh, wat was dat leuk, en toen hebben we dat en dat meegemaakt', maar door een laag dieper te gaan. We hebben ons afgevraagd wat de herinneringen voor ons betekend hebben. Dat is ook een uitgangspunt van de narratieve therapie, dat je voorbij de anekdote komt. Dat wordt het 'landschap van de beleving' genoemd. Wat zijn de diepere gevoelens en betekenissen die achter de anekdote zitten? Daar wilden mijn man en ik zoveel mogelijk komen, gebruikmakend van de oefeningen die ik in het boek beschrijf.'
Kun je daar een voorbeeld van noemen?
'De eerste stap is om naar je eigen identiteit te kijken, waarbij ik wil benadrukken dat die identiteit niet vaststaat. Een van de oefeningen is de Tree of Life, waarin je aan de hand van een tekening van een boom jezelf beschrijft. Op de grond waar de boom op staat, schrijf je waar je je in het dagelijks leven mee bezighoudt. Op de wortels schrijf je waarin je geworteld bent: je familie, maar ook mensen en gebeurtenissen die je gevormd hebben. Op de stam schrijf je je waarden en talenten. De takken zijn voor je dromen en wensen voor de toekomst. Op de bladeren schrijf je de namen van de mensen die je geholpen hebben om te komen waar je nu bent, of die je kunnen helpen je wensen te vervullen. De vruchten staan voor wat je na wil laten in deze wereld.'
'Als je op zo'n gestructureerde manier naar jezelf kijkt, ga je narratieve verbanden zien. Zaken die op de stam genoemd worden, komen bijvoorbeeld ook weer terug in de takken. Of de personen op de wortels, komen ook weer terug in de bladeren. Zo krijg je op een hele leuke en makkelijke manier inzicht in wie jij op dat moment bent. Dat inzicht kun je analyseren. Wat is de transformatie die je hebt doorgemaakt? Welke krachten hebben je daarbij geholpen of juist tegengewerkt? Als je daarvoor de tijd neemt, merk je dat er veel naar boven komt waarmee je aan de slag kunt gaan. Dan ga je dus van de anekdote naar het narratieve niveau eronder, waarin betekenis schuilt en waarmee je jezelf beter kunt leren kennen.'
Jouw eigen verhaal laat wel zien dat een 'ze leefden nog lang en gelukkig' niet altijd het geval is.
'Je leert het meest van de zware kanten van het leven. We zijn gewend geraakt aan het happy end. Veel films, vooral commerciële, hebben een happy end, veel populaire literatuur heeft een happy end. Als je naar sociale media kijkt: het moet allemaal leuk, fantastisch en nog fantastischer zijn. Daarmee lijken we onszelf te romantiseren, en raakt ook het verhaal dat je over jezelf vertelt losgezongen van de realiteit. Mijn persoonlijke overtuiging is dat we daardoor steeds minder in staat zijn om met tegenslagen om te gaan. Tegenslagen mogen niet meer, terwijl ze je juist kunnen helpen, bijvoorbeeld om andere keuzes te maken. Dus gum ze niet uit je leven, maar omarm ze, want dan kun je er kracht en verdieping uithalen. Ook negatieve herinneringen zijn deel van je.'
En dus ook onderdeel van het verhaal dat je over jezelf vertelt?
'Door er een verhaal van te maken, ontdek je dat je meer bent dan alleen die zware kant van het leven. Het is slechts één van je verhalen, daarnaast zijn er andere verhalen te vertellen. In ons werk met mensen in kwetsbare posities zien we vaak dat die vastzitten in één verhaal, namelijk: ik ben niet geschikt voor de maatschappij, ik heb ADHD, ik zit in een onderdrukte situatie. Op het moment dat je ze opnieuw kennis laat maken met de verhalen die ook onderdeel van hun identiteit zijn, zie je dat ze sterker worden. Sommige mensen met een ongeneeslijke ziekte worden hun ziekte, anderen blijven ook andere verhalen houden. Mijn man heeft altijd gezegd: 'Ik ben niet mijn ziekte.' Hij had wel kanker, maar deed daarnaast ook leuke dingen. Ik denk dat hem dat geholpen heeft, en ook mij en onze omgeving.'
Het boek is vooral gericht op persoonlijke ontwikkeling, maar er is ook een maatschappelijke component. Wat kun je daarover vertellen?
'Storytelling kan worden ingezet voor persoonlijke groei én maatschappelijke impact. Het boek gaat wat meer over dat eerste, al link ik het ook aan de ander, aan de maatschappij. Als mens acteer je binnen een maatschappij, die beïnvloedt je, maar je kunt er ook veel uithalen. Door verhalen van anderen te horen en jezelf daaraan te spiegelen: wat herken ik, wat niet, wat kan ik ervan leren? Nog belangrijker is dat als je als individu sterk in je identiteit en zelfvertrouwen staat, je ook een grotere bijdrage kunt leveren aan maatschappelijke ontwikkelingen. De maatschappij is uiteindelijk een optelling van individuen.'
Het lijkt me ook een belangrijk middel in de strijd tegen polarisatie.
'An enemy is one whose story we have not heard', heeft vredesactivist Gene Knudsen Hoffman ooit gezegd. Daar zit zoveel wijsheid in. Op het moment dat je elkaars verhaal kent, is er in elk geval connectie. Wij hebben in Palestina en Israël gewerkt met Palestijnen en Israëliërs en gekeken of we een soort gemeenschappelijke basis konden vinden om het gesprek te blijven voeren. Dat lukte eigenlijk altijd. Ondanks de bezetting en ongelijke situatie was er meer herkenning dan afschuw van elkaar. We werkten veel met jongeren en die zijn bezig met vragen als: hoe rond ik mijn studie af, hoe zorg ik dat ik op mezelf kan gaan wonen en hoe vind ik een partner? Het meeste waar ze mee bezig waren, is heel universeel.'
'In ons werk gaan we op zoek naar datgene dat mensen verbindt en niet naar wat ze uit elkaar drijft. Zo hebben we ook een project gedaan in de Weimarstraat in Den Haag, waar coffeeshophouders tegenover bezorgde bakfietsmoeders stonden, om het heel zwart-wit te zeggen. Voor de eerste sessie vroeg ik ze een foto mee te nemen van hun favoriete plek in de straat en daar een verhaal over te vertellen. In die verhalen kwamen vaak woorden als 'samen' en 'gemeenschapszin' terug. Iedereen wilde een straat waarin ze goed konden samenleven. Het conflict in de Weimarstraat is nog lang niet opgelost en ik weet ook niet of dat gaat gebeuren. Ik weet niet of dat in Israël en Palestina ooit zal gebeuren. Maar ik weet wel dat mensen met elkaar praten, terwijl ze dat eerder niet deden. En praten is de enige manier om tot oplossingen te komen.'
Bereik je dat niet door mensen gewoon het gesprek aan te laten gaan?
'Er is niets mis met dialoog, maar dan ben je op elkaar aan het reageren. De meerwaarde van verhalen delen is dat je de tijd neemt om naar je verhaal te kijken, de verdieping op te zoeken. Dan ontstaat er ook een andere band met de luisteraar. Dat is belangrijk, want de luisteraar maakt het verhaal. Als verteller lever je woorden en beelden aan, die door de luisteraar verbeeld worden. Dat doet een appel op empathisch vermogen. Dan kun je nog steeds van mening verschillen. Je hoeft een conflict niet op te lossen, maar je kunt het wel beheersbaar maken. En van conflictgebieden tot burenruzies, we hebben gezien dat mensen door verhalen te delen in staat zijn om dicht bij elkaar te komen.'