Mannen geven graag geld aan mannen. Althans, als je Mona Keijzer mag geloven, staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat. Zij wil weten of de fondsen die subsidie geven aan bedrijven, zoals de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, gedomineerd worden door mannen. Want als dat zo is, zo veronderstelt ze, gaat er misschien per ongeluk te veel geld naar bedrijven die door mannen worden geleid. 'Je selecteert dat, wat op jou lijkt. Dat geldt ook voor degenen die de aanvragen voor financiële ondersteuning beoordelen. Dat moet je gewoon onderkennen,' zei ze afgelopen vrijdag tegen Het Financieele Dagblad.
Met de toevoeging 'dat moet je gewoon onderkennen,' zette Keijzer me meteen op scherp, want daarmee gaf ze de krant geen argument, maar een drogreden: 'ontduiken van de bewijslast' noemen we deze retorisch sterke maar argumentatief slappe bewering. We kunnen toch niet zomaar generaliseren dat alle beoordelaars van fondsen in Nederland vooringenomen selecteren? Keijzer is trouwens niet de enige die er zo over denkt: 'Mannen hebben nu eenmaal niet de neiging om geld te geven aan vrouwen,' zei Corinne Vigreux, managing director bij TomTom tegen Het Financieele Dagblad. Weer zo'n gemakkelijke generalisatie die niet onderbouwd werd met argumenten.
Gelukkig kwamen er in het vervolg van het bericht behalve meningen ook feiten. Uit een onderzoek onder particuliere investeringsfondsen was al eerder gebleken dat negen van de tien financieringen bestemd zijn voor start-ups met een man aan het hoofd. En ja hoor, de wereld van de durfkapitalisten is een mannenbolwerk, slechts een op de tien fondsen heeft een vrouwelijke partner.
De wortel van het probleem zit volgens staatssecretaris Keijzer bij de onbewuste vooroordelen van mannen in de beoordelingscommissies. Maar is dat echt zo? Slepen vrouwen minder geld in de wacht omdat de beoordelaars mannen zijn? Haar monocausale redenering is verleidelijk en ook begrijpelijk: wie een ingewikkeld probleem reduceert tot een simpele kwestie kan er tenminste iets aan doen. Nuances zijn moeilijker aan te pakken. Keijzer verwoordt het zelf zo: 'We hebben al twintig jaar met het vingertje gewezen en we zijn niet opgeschoten. Ik wil het graag economisch benaderen. Namelijk: beste venture capitalist, jij mist kansen.'
Tekst loopt door onder de afbeelding.