Ziyad Marar (foto: Sage Publishing).
Hoe werkt dat precies?
'De keuzes die we maken en de oordelen die we vellen worden ingegeven door onze al dan niet onbewuste vooroordelen. De Israëlische psycholoog Daniel Kahneman heeft er zijn levenswerk van gemaakt om de mechanismen bloot te leggen die ten grondslag liggen aan onze oordelen. Om een voorbeeld te noemen: het beschikbaarheidseffect. De kans dat je door een terrorist gedood wordt, is ongeveer even groot als de kans dat je overlijdt aan een bijensteek. Toch is terrorisme voor veel mensen de reden dat ze niet naar een grote stad als Parijs gaan. Ze zijn op hun hoede. Dat komt doordat we allemaal de nieuwsberichten over een aanslag kennen, ze staan levendig op ons netvlies. Doordat die verhalen voorhanden zijn, schatten we de kans dat het zich opnieuw voordoet, groter in. Een ander voorbeeld is het referentie-effect. Een handige restauranthouder zet een dure fles wijn op de menukaart, van duizend euro, om maar wat te noemen. Dat doet hij, omdat een fles van tachtig euro dan ineens heel redelijk lijkt. Terwijl je, als die fles van duizend euro niet op de kaart had gestaan, je waarschijnlijk twintig euro had uitgegeven.'
'Kahneman noemt dit het systeem 1 en systeem 2 denken. Het eerste is snel, onbewust en reflexief, het tweede systeem langzaam en doordacht. Met het tweede systeem kunnen we onze eerdere oordelen bijstellen, in sommige gevallen. Maar er zijn situaties waarin we er niet aan toekomen om dat tweede systeem te gebruiken, bijvoorbeeld als de tijd beperkt is, of als er teveel informatie beschikbaar. Dan vallen we terug op dat snelle, eeuwenoude systeem. Het vertelt ons of we moeten vechten, moeten vluchten, wie een vijand is, wie een vriend… Die systemen zijn handig, tot op zekere hoogte. Maar ze hebben hun beperkingen. De snelheid waarmee we oordelen, gaat ten koste van de nauwkeurigheid.'
Het zijn eeuwenoude systemen, zeg je, maar de wereld om ons heen is behoorlijk veranderd.
'Ik denk dat je wel kunt zeggen dat onze neigingen weinig veranderd zijn en dat ze nu door nieuwe technologie uitvergroot worden. Daar maak ik me wel zorgen om. We leven in een gemedialiseerde samenleving. Of het nu gaat om het aantal volgers op Facebook of Twitter, het aantal likes op een foto op Instagram: het aantal indicatoren waaraan je jezelf kunt toetsen, is vele malen groter geworden. Je kunt jezelf vergelijken met de gelukkigste persoon op aarde. En, omdat ze van alle kanten komen, is het steeds lastiger om je publiek de rug toe te keren. Ik denk dat dat een hoop stress met zich meebrengt.'
In het boek haal je de Franse schrijver François de La Rochefoucauld aan, die gezegd heeft dat als we onze reputatie laten afhangen van het oordeel van een ander, we onze rust en leven op het spel zetten.
'Die uitspraak heeft veel in zich. Het geeft onze ambivalentie aan als het om oordelen gaat. Aan de ene kant willen we het van ons afwerpen, willen we ontsnappen aan het oordeel van de ander. Tegelijk zitten we eraan vast. We zijn extreem sociale wezens. Ons leven is altijd in verhouding tot de ander. En, het moet gezegd, oordelen zijn niet alleen maar negatief. Een compliment is ook een oordeel over iemand anders. Toch heeft het woord een beetje een negatieve connotatie gekregen. Dat komt omdat we zo zwaar aan negativiteit hangen. Om een negatieve opmerking ongedaan te maken, zijn vijf complimenten nodig, zo blijkt uit onderzoek. Slecht nieuws weegt zwaarder. Als ik jou een complimentje geef, dan denk je dat ik je iets probeer te verkopen. Terwijl als ik iets onaardigs zeg, dan ben je geneigd om dat heel serieus te nemen. We internaliseren het, en het wordt een vorm van zelfkritiek.'
En daar is geen ontsnappen aan?
'Nee, maar er schuilt veel goeds in onze pogingen om er wel aan te ontsnappen. Veel kunstenaars zoeken naar een eigen, originele stem. Ze proberen zich los te maken van de invloed van het publiek. Ik denk dat dat idee alleen al – die houding van je niets aantrekken van het publiek – voor creatieve energie zorgt. En dat geldt natuurlijk niet alleen voor kunstenaars. Ik denk dat iedereen wel eens fantaseert over hoe het zou zijn als je geen anderen nodig hebt. Als kind was ik gefascineerd door het verhaal van Jungle Book, waarin de hoofdpersoon opgroeit in de wildernis, los van de menselijke beschaving. Ik vond dat fascinerend. Het gaf me een gevoel van vrijheid, vrij van alle volwassen inmenging, vrij van ouders die je vertellen wat je wel en wat je niet mag of moet. Dat kinderlijke verlangen zit nog steeds in mij, in iedereen denk ik.'
Is er nog een tussenweg?
'We zullen moeten realiseren dat het onoverkomelijk is dat we beoordeeld zullen worden door anderen, zonder daarover in paniek te raken. We zitten allemaal in hetzelfde schuitje. Beoordeeld worden is de prijs die we betalen voor een betekenisvol leven. In het leven word je beoordeeld, verkeerd beoordeeld en verkeerd begrepen. En we zullen ook anderen verkeerd beoordelen en verkeerd begrijpen. Dat wetende, maakt dat je wat milder kunt zijn in je oordeel over een ander. En het helpt om te weten dat we inderdaad verkeerd begrepen worden, maar ook dat we onszelf niet ten volste zullen begrijpen. En dat is maar goed ook: als we onszelf en als anderen ons wél ten volste zouden kennen, dan zou dat van ons een soort standbeeld maken. Juist het feit dat er nog zoveel onbekend is, maakt dat er ruimte is om te ademen, te veranderen, te groeien. In het reine komen met de oordelen die anderen over je hebben, gaat dus niet over je minder aantrekken van die oordelen. Het is voldoende om te weten dat iedereen zichzelf – laat staan de ander – nooit helemaal zal begrijpen. Dat geeft ruimte om opnieuw beoordeeld te worden. Zo gaan we van voorlopig oordeel naar voorlopig oordeel, zonder dat die oordelen ooit zullen stollen en we ermee samenvallen.'
Toch hebben we blijkbaar behoefte aan die vastomlijnde identiteiten.
'We zien onszelf graag als parels, als atomen die zich los van elkaar kunnen bewegen, die zichzelf kunnen zijn. Maar dat is net zoiets als denken dat een vis zonder water zou kunnen. We zijn opgenomen in een web van sociale interacties, en die sociale interacties bepalen wie ik ben in een gegeven situatie. We hebben niet één identiteit, maar zijn een bundel sociale identiteiten. Wie ik ben als vader, wie ik ben als schrijver, wie ik ben als uitgever, wie ik ben als iemand die oorspronkelijk uit het Midden-Oosten komt, wordt mede-ingegeven door mijn omgeving. We zijn veel complexer dan we denken. Als we die complexiteit omarmen, kunnen we makkelijker bewegen in de sociale ruimte. Ik denk dat dat ook de les uit mijn boek is: durf te leven met minder controle, durf je vanzelfsprekendheden te laten varen, word beter in improviseren en sta open voor de ingewikkeldheid van het leven.'