Met een 54 procent hadden de vorige gemeenteraadsverkiezingen de dubieuze eer het laagste opkomstpercentage ooit te scoren. En ook nu lijkt het animo tegen te vallen. En dat terwijl er wel degelijks iets te kiezen valt, aldus bestuurskundige Albert Jan Kruiter. 'Je zou kunnen zeggen dat dit de belangrijkste gemeenteraadsverkiezingen zijn.'
Waarom is dat zo?
'Dat heeft te maken met de grootste verandering in de verzorgingsstaat ooit: de decentralisaties in het sociale domein. Sinds 2015 zijn gemeenten verantwoordelijk voor de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo), de jeugdwet en de participatiewet. Tot die tijd was de gemeente een soort uitvoeringsorganisatie van de overheid. Een stad als Amsterdam kreeg bijvoorbeeld elke maand 40.000 uitkeringen overgemaakt vanuit Den Haag, die ze dan netjes moest verstrekken aan uitkeringsgerechtigden die in de gemeente woonden. Dat is niet meer: uitkeringen, jeugdzorg, ouderenzorg, Wmo-voorzieningen: het wordt allemaal lokaal ingevuld.'
Wat betekent dat in de praktijk?
'Gemeenten hoeven niet meer uit te voeren wat vanuit Den Haag opgelegd wordt, maar mogen zelf plannen maken. Ze krijgen een zak geld, en mogen zelf na gaan denken hoe dat besteed wordt. Er zijn heel veel mensen die dat nog niet doorhebben, maar het is wel zo. De vraag die deze gemeenteraadsverkiezingen eigenlijk centraal had moeten staan, is de vraag hoe sociaal je als gemeente wilt zijn. Hoe gaan we kwetsbare mensen helpen? Wie helpen we wel, en wie niet? Hoeveel geld kunnen en willen we waaraan uitgeven?'
Wat gaan we daarvan zien, de komende vier jaar?
'We gaan zien welke coalitie welke keuzes maakt. We gaan verschillen zien tussen gemeenten. Utrecht, met een relatief jonge, hoogopgeleide bevolking, gaat het bijvoorbeeld anders doen dan Rotterdam, dat lager opgeleid en armer is. In dat laatste geval zul je meer zware jeugdzorg in moeten zetten. Dat is ook goed, die variatie, precies omdat de ene gemeente de andere niet is.'
'Sociale voorzieningen kun je niet meer centraal regelen. Een generieke wet uit Den Haag is gebaseerd op een gemene deler en schiet altijd voorbij aan specifieke probleemgevallen. Lokaal is de nuance veel beter aan te voelen. En gemeenten zullen gaan inzien dat ze met integrale, menswaardige oplossingen voor problemen moeten komen.'
Tekst loopt door onder de afbeelding.