Nadenken over dierenrechten is niets nieuws of revolutionairs. Al sinds de jaren zeventig stelt de Australische ethicus Peter Singer dat een gelijke afweging van belangen ons morele startpunt moet zijn wanneer we ons verhouden tot andere mensen, maar ook in onze relatie tot dieren.
Als we de belangen van alle partijen gelijk laten meewegen in ons handelen, betekent dat dat we in onze relatie met dieren het lijden van een dier nooit lichter mogen laten meewegen dan het lijden van een mens. We weten immers dat dieren, net als mensen, pijn kunnen voelen en daarmee ook kunnen lijden.
Het argument dat dieren minder intellectuele vermogens hebben en we ze daarom minder serieus hoeven te nemen, gaat voor Singer niet op. Dat zou immers betekenen dat we de belangen van jonge kinderen en mentaal minder begaafde volwassenen ook best naast ons neer kunnen leggen - en het opeten van jonge kinderen omdat ze minder slim zijn gaat regelrecht tegen onze morele intuïtie in.
En het enkele feit dan dat dieren precies dieren zijn, en geen mensen? Dat is volgens Singer wel de grootste misvatting: dat is 'speciesism', het enkel en alleen benadelen van dieren vanwege hun dier-zijn. Hij schakelt dit gelijk aan racisme en seksisme, en daarmee is het moreel ontoelaatbaar.
Voor Singer betekent bovenstaande dat de bio-industrie en dierproeven, maar bijvoorbeeld ook dierentuinen moreel onacceptabel zijn. Een interessante overpeinzing voor het volgende uitje naar Artis of Blijdorp.
meer weten?Het voorstel om dierenrechten serieus te nemen wordt regelmatig weggelachen. Er worden nog steeds zo veel mensen ongelijk behandeld, dat we onze tijd niet moeten verspillen aan het strijden voor gelijkheid van dieren. Maar die opvatting is volgens Singer weinig meer gefundeerd dan de vooroordelen die witte slaveneigenaren hadden over de rechten van zwarte slaven. In zijn essay Equality for Animals merkt Singer op dat het achteraf makkelijk is om onze voorouders te veroordelen voor hun vooroordelen, maar zijn we ook in staat om voldoende afstand van onze eigen overtuigingen te nemen om ze na te gaan op tegenstrijdigheden?