Een opmerkelijk pleidooi van mensenrechtenfilosoof Will Kymlicka: dieren zijn burgers! Beesten zijn geen hamburgers op poten, maar medeburgers die dezelfde politieke status verdienen als wij.
Dat idee is niet zo gek als het lijkt. Tot nog geen honderd jaar geleden woonden boeren in Nederland samen met hun veestapel onder één dak. De woning was het domein van mens én dier. Dat is echter veranderd. Dieren slapen niet meer naast de boer, maar in aparte stallen, wat meer afstand heeft gecreëerd. Koeien, geiten en schapen zien we voornamelijk nog vanuit de trein of als eindproduct in de supermarkt. En een groeiend aantal mensen heeft het boerenleven verruild voor het wonen in steden, waar ze weinig meer met dieren in aanraking komen.
Kymlicka stelt dat je in politieke filosofie met 'burgerschap' aangeeft dat een individu lid is van de maatschappij, "net als gedomesticeerde dieren dus." Hoe ver ze ook uit het zicht verdwijnen, wij hebben dieren onderdeel gemaakt van onze maatschappij, doordat we ze eeuwenlang gefokt hebben om naast ons te leven en te werken. Onze samenleving is hun samenleving. Daarom zouden we ze ook het burgerschap moeten geven.