Nederland was in 2002 het eerste land ter wereld dat euthanasie legaliseerde. Inmiddels zijn we vijftien jaar verder en is het, als het aan de politici van D66 ligt, tijd om opnieuw het progressieve voortouw te nemen.
De wet 'voltooid leven' is voor D66 zelfs zo fundamenteel dat zij hieraan geen enkele concessie willen doen. Als gevolg daarvan mislukten de eerste verkenningsgesprekken met de ChristenUnie al na amper twee uur. D66, de partij die bij uitstek bekend staat om haar pragmatisme, betoonde zich opeens verrassend idealistisch.
Dat is op zich al een opmerkelijk fenomeen, maar nog veel opmerkelijker is het dat D66, met haar dogmatische nadruk op verruiming van de euthanasiewet, de oren en ogen sluit voor het advies van de twee beroepsgroepen die het meest met de problematiek te maken hebben: artsen en verpleegkundigen. De artsenfederatie KNMG noemt de wens 'invoelbaar', maar de regeling 'onwenselijk'. De beroepsorganisatie Verpleegkundigen en Verzorgenden Nederland waarschuwt dat de term 'voltooid leven' veel minder duidelijk omlijnd is dan het wetsvoorstel suggereert. Soms is iemand niet klaar met het leven zelf, maar met de situatie.
Ook in overwegend liberale media als de Volkskrant, NRC en De Groene Amsterdammer gaan kritische stemmen op over het liberaal-democratische 'euthanasiasme', zoals Andreas Burnier het progressieve stokpaardje al in de jaren 80 noemde. Zoals Martin Sommer in de Volkskrant opmerkt, 'wordt progressiviteit afgemeten aan zelfbeschikking'. Stephan Sanders merkt in De Groene Amsterdammer op, na een bezoek aan de website van D66: 'Wat verrast is de package deal die hier gemaakt wordt tussen bijvoorbeeld het homohuwelijk en euthanasie. Alsof er één rechte lijn is die de bezegelde liefde met de dood op bestelling verbindt. Alsof er in het ene geval niet sprake is van meer, want gedeeld leven, en in het andere geval van een abrupt einde.'
De tekst gaat verder onder de foto.