Ik werk in Nederland, woon in Nederland, ben van plan om hier oud te worden en mij hier te laten begraven. Maar ik heb geen Nederlands paspoort. Bundesrepublik Deutschland glimt in gouden letters op de mijne.
Tot nu is dat nooit een ding geweest. Tijdens het WK juich ik voor de Mannschaft; voor de rest voel ik me volwaardig burger van de Republiek Amsterdam. Op 15 maart mag ik niet naar de stembus; verder geniet ik dezelfde rechten en plichten als mijn Nederlandse medemensen.
Dat dank ik vooral aan mijn EU-paspoort, die aan de grens net zo werkt als een Platinum kaart bij de KLM. Als voorkeursallochtoon heb ik onder de buitenlanders een plek waarvan medeburgers met een Ghanees of Turks paspoort alleen kunnen dromen.
Laatst op de fiets dan die gedachte: hoe zeker is deze luxepositie als Geert Wilders naar de macht zou grijpen? Moet ik inburgeren om te voorkomen dat ik een tweederangs bewoner van dit land word? Dezelfde vraag die drie miljoen EU-burgers in Groot-Brittannië zich ook stellen sinds Brexit.