De discussie over vrijheid van meningsuiting zit vast. Er is bijna geen onderwerp waar we het zo vaak over hebben, maar ook geen onderwerp waar we zo weinig stappen zetten.
Negatieve vrijheid is het halve verhaal
Ik denk we in Nederland eigenlijk niet echt weten wat vrijheid is. Dat komt omdat we het niet willen definiëren, omdat we bang zijn dat we dan die vrijheid inperken, maar ik denk ook dat het is omdat we denken dat we weten wat het is. En dat vrijheid gewoon vrijheid is. Namelijk dat je kan doen wat je wil, dat je niet beperkt wordt, dat je niet in de weg gezeten wordt, dat er zo min mogelijk regels zijn en dat alles mag. Ik denk dat we ons niet bewust zijn dat dat inderdaad vrijheid is, maar dat dat maar het halve verhaal is. Dat vrijheid deze negatieve kant heeft, afwezigheid van grenzen en beperkingen, maar dat vrijheid ook een positieve dimensie heeft.
Positieve vrijheid
De positieve dimensie van vrijheid is de andere kant van je vrijheid. Dus enerzijds moet je niet in de weg worden gezeten als je iets wil -je wil het graag doen-, maar anderzijds moet je ook daartoe in staat zijn. Op de vrije markt wil je graag dat de overheid niet bepaalt of je wel of niet een courgette koopt, maar je wil ook wel dat er een markt ligt. En je wil ook dat je eigendom wordt gerespecteerd en je wil ook dat als je iets koopt dat er een etiket op staat zodat je kan zien wat er in zit. Dus naast de afwezigheid van de overheid, hebben we ook de aanwezigheid van de overheid nodig, om überhaupt die vrijheid mogelijk te maken, zodat je daadwerkelijk kan doen wat je wil op de vrije markt. En zo hebben al onze vrijheden zo'n positieve dimensie. Negatieve vrijheid gaat over: wat moet er allemaal afwezig zijn? En positieve vrijheid is heel simpel: wat moet er allemaal aanwezig zijn? En ik denk dat beide samen echt vrijheid is.
Wat is het doel van meningsvrijheid?
Wat er mis is met de discussie over vrijheid van meningsuiting is dat we die alleen maar voeren op basis van negatieve meningsvrijheid. Alle beperkingen en regels proberen we zoveel mogelijk weg te houden en dan zouden we maximale meningsvrijheid hebben. Ik denk dat het belangrijk is om eens goed te kijken naar wat we nou echt verstaan onder meningsvrijheid en wat we daar mee willen. Natuurlijk willen we niet belemmerd worden en dat er geen censuur is, maar we willen meer. Ik denk dat we enerzijds onze mening kunnen vormen en we willen toegang hebben tot informatie. Daar hebben we andere mensen voor nodig, die ons kritiek en andere dingen aanreiken. En anderzijds willen we ons ook graag uiten te midden van anderen. Natuurlijk mag iedereen zich wat mij betreft altijd en overal uiten, maar ik denk dat mensen graag anderen willen bereiken, dat anderen luisteren, er getuige van zijn, of overtuigd worden. Als mensen dat graag willen, dan opent die positieve dimensie zich. Als je de positieve dimensie van meningsvrijheid ziet, dan zie je dat je informatie nodig hebt, dat je taal nodig hebt, dat je media nodig hebt, dat je podia nodig hebt. En die maken we allemaal samen met elkaar.
Anderen maken je vrijheid mogelijk
In die zin is het zo dat we onze eigen, individuele meningsvrijheid met elkaar veroveren en niet altijd maar op elkaar veroveren. Ik denk dat dat een heel belangrijk inzicht is. Ik wil meer met mijn meningsvrijheid dan me alleen maar onbelemmerd uiten en anderen helpen mij daarin: anderen helpen mij om dat mogelijk te maken.