Een stoffig, gewond hummeltje van vijf wordt door een hulpverlener op een stoel in een ambulance gezet. De cameraman volgt de reddingsactie vanaf het balkon. Als Omran Daqneesh op de stoel zit houdt hij een paar seconden stil. Omran zit, kijkt, wrijft over zijn hoofd en smeert zijn hand af aan de stoel. Een fotograaf drukt af - wordt dit de World Press Photo 2017? Voorgekauwd symbool De voorpagina's van kranten en social media worden rap gevuld. Roland Barthes veroordeelt in Mythologieën (1957) dit soort 'schokkende foto's': "Er is voor ons gebeefd, nagedacht en geoordeeld; de fotograaf heeft ons geen ruimte gelaten voor iets anders dan oppervlakkige intellectuele instemming [...] voorgekauwd als het is door de maker." Je kunt de foto niet anders dan hartverscheurend, oneerlijk en verdrietig vinden. Dat is precies de bedoeling: Omran wordt tot symbool gemaakt voor een meedogenloze burgeroorlog waar de menselijkheid volledig is verdwenen. De mens lijkt het nodig te hebben. Berichtgeving over geplande wapenstilstanden, human corridors en abstracte aantallen gewonden en doden verdwijnt tussen de letters. Een kind als Omran roept direct hulp, zorg en nood op. De show is over De hulpverleners gaan door. Twee kleuters worden bij Omran in de ambulance gezet. Deuren dicht: de show is over. meer weten?
Lees in de New York Times hoe de 5-jarige Omran Daqneesh het symbool werd van het lijden van Syrië.