We leven in een gendermoment. Er is veel aandacht voor mensen die niet in het standaardplaatje passen, zoals non-binaire en trans personen. Tegelijkertijd is er een sterke backlash, een tegenreactie van conservatieve krachten die 'genderisme' zien als gevaarlijke ideologie. Het leidt tot het verbieden van genderstudies aan universiteiten en het instellen van 'LHBT-vrije zones'. Waarom brengt het idee van gender zulke heftige strijd teweeg?


Die vraag probeert filosoof Judith Butler te beantwoorden in een recent essay voor The Guardian. Butler wordt beschouwd als een van de grondleggers van queertheorie, een stroming binnen genderstudies die de nadruk legt op het ontleden van hokjes rond bijvoorbeeld gender en seksualiteit (zie deze column die ik daarover schreef).

In haar boek Gender Trouble uit 1990 betoogt ze dat er geen ware kern van vrouwelijkheid is, dat genderidentiteit niets meer is dan de optelsom van onze gedragingen. We 'doen' vrouw, en creëren daarmee het idee dat er zoiets bestaat als een vrouwelijke identiteit. Die nadruk op gender als construct vinden veel mensen lastig: want er zijn toch daadwerkelijke biologische verschillen tussen man en vrouw? Die zijn er inderdaad, en daarom is het belangrijk om een onderscheid te maken tussen sekse – lichamen – en gender – identiteiten. Lichamen doen ertoe, schrijft Butler in de opvolger van Gender Trouble met de veelzeggende titel Bodies That Matter (1993).

Rechtse, religieuze groeperingen zien in 'gender' een bedreiging van het gezin, de man en religie.

Dit speelde zich allemaal af in academische kringen in de jaren 90. Inmiddels is queertheorie ook buiten de universiteit bekend en leven we dus in een gendermoment. Dat levert aan de ene kant fantastische doorbraken op, zoals de recente film Anne+ waarin een non-binair persoon de hoofdrol speelt. Maar er is ook op dit moment ook hevige polarisatie en harde backlash op LHBTQIA+-activisme.

In het Guardian-essay analyseert Butler die backlash. Met name in Oost-Europa, maar ook in Denemarken en Turkije ageren politici tegen wat zij 'buitensporig activisme' noemen bij opleidingen als gender- en postkoloniale studies. Het gaat om rechtse, religieuze groeperingen die in 'gender' een bedreiging zien van het gezin, de man en religie. Het leidt tot bespottelijke waanideeën over propaganda om kinderen over te halen van geslacht te veranderen, en een koppeling tussen 'acceptatie van gender' en bestialiteit en pedofilie. 'Gender' wordt zo een spook, schrijft Butler, de duivel zelf.

They/them

Maar genderstudies is geen ideologie en is ook niet dogmatisch. Het is een breed veld, met veel verschillende methoden, scholen en opvattingen waarin bestudeerd wordt welke rol gender speelt in onze maatschappij. Tegenstanders hebben vaak geen enkel inzicht in dat onderzoeksveld of de discussies die erbinnen spelen, maar zetten een karikatuur neer en citeren selectief uit complexe teksten, zoals die van Butler.

Vaak wordt nadenken over gender geframed als buitenlandse interventie, schrijft Butler. Onzin geïmporteerd uit Amerika, hoor je in Nederland vaak. Dat past bij de nationalistische agenda die zulke groeperingen hebben. Zij staan voor een natiestaat gebaseerd op 'witte suprematie, het heteronormatieve gezin en verzet tegen alle vormen van het kritisch bevragen van normen'. Butler noemt deze krachten fascistisch: ze verdraaien rationaliteit.

Zulke groeperingen willen volgens Butler de verdiensten van de feministische en LHBTQIIA+ bewegingen terugdraaien. Ze zijn anti-abortus en tegen de rechten van trans mensen. Ze zetten de deur open naar discriminatie en geweld. Butler roept daarom op tot anti-fascistische solidariteit. Vrouwen en queer mensen, allen doelwitten van deze beweging, moeten zij aan zij staan om deze reactionaire krachten te bestrijden.

Die solidariteit ontbreekt. Zo zijn er feministen die zich uitspreken tegen de rechten van trans vrouwen en die hun bestaan ontkennen. Schrijfster JK Rowling verkondigt bijvoorbeeld regelmatig dat zij vindt dat trans vrouwen de veiligheid van cis vrouwen bedreigen. Rowling gebruikt daarbij de term cis niet, omdat zij meent dat alleen vrouwen die bij geboorte het geslacht vrouw zijn toegekend aanspraak mogen maken op de categorie vrouw. Ook gematigd conservatieven scharen zich achter zulke argumenten en misbruiken daarmee feminisme om hun transhaat te legitimeren – zie bijvoorbeeld de transfobe stukken die journalist Jan Kuitenbrouwer onlangs publiceerde.

Het gendersysteem is aan het wankelen, het is een boot die op kapseizen staat. Er zijn mensen die baat hebben bij het oude systeem en hun is er alles aangelegen om te voorkomen dat de oude orde zinkt. Het is daarom goed dat Judith Butler de argumenten van deze 'gender-tegenstanders' ontleedt en in context plaatst. Tegen 'gender' zijn is tegen nadenken zijn. Dat is niet alleen uitermate dom, maar vooral gevaarlijk.