Spijkerjurk en roze gympjes aan? Paardenstaart in? Klaar om te gaan! Maandenlang had mijn kind erom gezeurd: een bezoek aan de Efteling. Eindelijk liep ik dan met een uitgelaten zevenjarige richting Symbolica: het paleis van een oude koning, een slimme nar en een pedante lakei. In de hal probeerde de lakei, die zeurkous, de wachtende kinderen in toom te houden. Eenmaal in het wagentje vergaapten we ons aan toverzalen, sprookjesachtige vlinders, een walvis achter een wand van glas.


'Hier naartoe, hier is het veilig!' riep de nar toen de wand begon te barsten. In een zijkamer, half verborgen achter een deur, vonden we de vervelende lakei terug. We betrapten hem in vrouwenkleren, beschaamd. Gelukkig is mijn kind nog klein. Anders had hij zich misschien gerealiseerd: die man, die zich moet schamen omdat hij gekleed is in een jurk, lijkt op mij.

De laatste jaren neemt de emancipatie van transgender personen in Nederland een vlucht. Voor geslachtswijziging is geen deskundigenverklaring meer nodig, op de identiteitskaart staat straks het geslacht niet meer vermeld, genderneutrale wc's doen hun intrede en hopelijk volgen binnenkort genderneutrale kleedkamers. Langzamerhand leert cisgender Nederland dat er nog meer opties zijn dan jongens die zich jongens voelen, meisjes die zich meisjes voelen, mannen die zich mannen voelen en vrouwen die zich vrouwen voelen.

Jongetjes die jurken dragen, hun nagels lakken en hun haar vlechten: ze roepen op zijn best verbazing op en op zijn slechtst afkeer.

Met de toename van zichtbaarheid van transgender mensen in het maatschappelijk verkeer wordt ook de weerstand tegen hen openlijker. Vooral transgender mannen en jongens moeten het ontgelden. Mannen die zich als vrouw identificeren worden in opiniestukken afgeschilderd als 'inbreuk makend op de privacy van vrouwen' en als 'oneerlijke competitie voor vrouwelijke sporters'. Maar ook jongetjes die jurken dragen, hun nagels lakken en hun haar vlechten: ze roepen op zijn best verbazing op en op zijn slechtst afkeer. Ik kan het weten, want mijn zoon is zo'n jongen. Toen hij na onze verhuizing voor het eerst naar zijn nieuwe school ging in zijn gele tule rokje, zei het meisje naast hem in de kring: 'Mooie rok!' Tegelijkertijd werd hij op 6-jarige leeftijd voor het eerst uitgescholden voor homo en voor 'transgender, ieieiew!'

Voor transgender jongens is het leven niet makkelijk. In een maatschappij die vrijwel volledig ingesteld is op genderconformiteit hebben zij het lef om hun hart te volgen en zich te gedragen als de andere gender. Soms komen zij rolmodellen tegen, zoals NikkieTutorials die spreekwoordelijk met haar gemanicuurde middelvinger omhoog uit de kast komt. Soms komen zij mensen als René van der Gijp en Johan Derksen tegen, die hen doen verlangen naar een kast. Het leven van deze jongens is doorspekt met dilemma's. Mogen ze de jurken die ze binnenshuis zo graag dragen, ook buiten aan? Zullen ze hun haar lang laten groeien? Mogen ze een bikini aan? Kunnen ze op turnen bij de meiden? Bij al deze keuzes moeten zij en hun ouders afwegen: is het veilig en verstandig voor hen om te doen wat hun hart hen ingeeft? Gaan ze in of uit de kast?

De Vrije Universiteit, koploper op het gebied van genderidentiteit, heeft jarenlang gekozen voor de kast. Ouders van transgender kinderen werd aangeraden om hun cross-dressing te beperken tot woensdagmiddag, thuis. Uit onderzoek van de VU (opent als pdf) blijkt dat circa 80% van de kinderen die zich aanmeldt vanwege gender non-conformiteit uiteindelijk niet kiest voor een geslachtsverandering. Het beperken van cross-dressing zou ervoor zorgen dat deze kinderen makkelijker de weg terug zouden kunnen vinden naar genderconformiteit. Maar waarom zouden deze kinderen niet publiekelijk mogen experimenteren met hun genderidentiteit?

Illustratief

Mijn zoon zit niet in de kast en ik ben niet van plan hem erin te stoppen. Ik heb een periode geprobeerd om zijn cross-dressing te beperken tot thuis. Daar ben ik mee gestopt toen hij aangaf alleen broeken te dragen om mij niet teleur te stellen. Nu draagt hij rokken en jurken, elastiekjes en speldjes, hakken en bikini's. Mijn keus zou het niet zijn. Ik zou liever hebben dat mijn zoon zich een jongen voelt en zich als een jongen kleedt. Zijn sociale kwetsbaarheid maakt mij bang. Maar tegelijkertijd realiseer ik mij dat ik hem doodongelukkig maak als ik hem hierin begrens, en dat ik hem de boodschap meegeef dat het niet goed is als hij laat zien wie hij ten diepste is.

Er zijn volwassenen en kinderen die, al dan niet noodgedwongen, wel voor de kast kiezen. Ik ken genoeg mannen die mij toevertrouwd hebben dat ze als jongen graag jurkjes droegen, maar dat van hun ouders niet mochten. De weerstand tegen het dragen van jurken en rokjes door jongens en mannen confronteert ons met de diepliggende westerse overtuiging dat vrouwelijkheid in een man onwenselijk is. Een meisje in jongenskleren is een tomboy, een jongen in meisjeskleren een mietje.

[banner id="4"]

Maar rokken en jurken zijn geweldig. In allerlei landen gaan jongens en mannen erin gekleed. In de zomer zijn rokken en jurken lekker koel. Ze zwieren, glanzen en glitteren. Ik snap heel goed dat mijn zoon liever daarin loopt dan in een joggingbroek en hoodie. Ik durf te wedden: als het maatschappelijk geaccepteerd was, zouden veel meer jongens en mannen het dragen. En het zou hen prachtig staan.

Laten we de maatschappij aanpassen in plaats van transgender jongens en mannen in de kast te dwingen. Laat vrouwelijke jongens en mannen dragen wat ze willen zonder hen te ridiculiseren. Wat is mijn zoon: genderdysfoor, non-binair, homo, travestiet, of gewoon een jongen die van meisjesdingen houdt? Ik weet het niet. Wat ik wel weet, is dat hij het alleen maar uit kan vogelen als hij opgroeit in een maatschappij waarin hij zichzelf kan zijn. Kasten zijn voor kleren, niet voor mensen. Fuck die kast.