Ook de eerste claim is twijfelachtig. Er wordt een zeer direct media-effect verondersteld, en decennialang media- en communicatiewetenschap leert ons dat die zelden bestaan. Dat betekent niet dat media geen invloed hebben. Het is, kortom, een empirische vraag of blootstelling aan porno leidt tot een schaamplipcorrectiewens. Die vraag hebben Amerikaanse onderzoekers opgepakt. Ze publiceerden recent hun resultaten in het Aesthetic surgery journal.
Twee groepen kregen een vragenlijst voorgelegd: een groep van 124 vrouwen die langskwam bij een arts voor een consult voor schaamlipcorrectie, en een controlegroep van vijftig vrouwen die bij dezelfde praktijk voor een andere cosmetische ingreep op consult kwam. Van de eerste groep was 91 procent onzeker over hun schaamlippen, tegenover 8 procent in de controlegroep. De eerste groep ervaarde ook veel meer fysieke last van hun labia, zoals trekken tijdens de seks (63 procent tegenover 6 in de controlegroep) of ongemak bij het dragen van kleding (57 procent tegenover 4 in de controlegroep).
In beide groepen had een groot aantal vrouwen nog nooit porno gezien: 47 procent van de vrouwen die op schaamlipconsult kwamen, en 42 procent van de controlegroep. Gevraagd of porno effect heeft op een (mogelijke) wens voor het laten corrigeren van de labia, antwoordde 11 procent in de eerste groep en 4 procent in de controlegroep 'ja'. De onderzoekers concluderen daarom dat de invloed van porno op de wens een schaamlipcorrectie te ondergaan beperkt is. Andere factoren spelen een grotere rol.
We leven in een cultuur waarin we maar weinig vulva's zien. In films en series zie je wel eens een venusheuvel, maar dat is het. In de sauna dragen mensen steeds vaker badkleding en douchen na het sporten doen we thuis. Het is dan logisch om naar porno te wijzen als schuldige, maar dat verwijt is onhoudbaar als de vrouwen die deze ingreep ondergaan helemaal geen fervente pornokijkers zijn. Achter het verwijt aan porno schemert een negatief oordeel over vrouwen die hun schaamlippen willen laten aanpassen. Ze zouden beïnvloedbare, psychologisch kwetsbare sponsjes zijn die hun lichaam laten verminken vanwege onzinnige schoonheidsidealen in de media.
Uit het Amerikaanse onderzoek komt echter een ander verhaal naar voren, een verhaal dat ik niet kende. Deze vrouwen ervaren voor het merendeel fysieke hinder van hun labia. Het zou best kunnen dat dit psychosomatisch is, maar het is zeker iets om serieus te nemen. Deze klachten wegzetten als waanbeelden versterkt bovendien het culturele taboe op de vrouwelijke genitaliën, omdat het onze punani's onbespreekbaar houdt.