Misschien is het omdat de musea al zo lang dicht zijn, maar ik zie plotseling overal kunst. Het begon eind vorig jaar, met dat metrostel in Spijkenisse dat op het beeld van een walvisstaart belandde. Zo absurd. Wim T. Schippers had het kunnen bedenken.
De laatste tijd gebeurt het steeds vaker. Die uit angst voor de avondklokrellen dichtgetimmerde gevels van sjieke modehuizen in de P.C. Hooftstraat? Artistieke interventies, kapitalismekritiek, kunstinstallaties die visualiseren hoe corona de verschillen vergroot.
De Qanon-sjamaan op de zetel van voormalig Amerikaanse vicepresident Mike Pence? Een performance, metafoor voor een wereldrijk in verval.
Die instructievideo van een fitnesslerares in Myanmar die – in haar fluoriserende kleding en met mondkapje op – doorgaat met haar vrolijke passen op elektronische muziek, terwijl een militaire kolonne op de brede boulevard achter haar de staatsgreep inluidt? Net een van de vervreemdende, maatschappijkritische films van Hito Steyerl. (Later leerde ik dat het nummer bij de video vrij vertaald 'Rustig aan, patsertje' heet, en dat de video werd gezien als onbewust ironisch commentaar bij de coup – precies de vorm van ironie waarvan Steyerl zich bedient.)