De rups kan niet stoppen met eten. Slechts drie plaatjes heeft de 8-jarige Camille Corboz nodig om hét existentiële probleem van onze tijd te verbeelden – én ook nog een voorschot te nemen op een oplossing. Haar stripverhaal gaat over een rups met eindeloze eetdrang, hij consumeert zoveel, dat hij groeit tot gigantische proporties – en jaagt zo alle dieren uit het bos. De wereld is onleefbaar geworden. Dankzij een magische truc keert de rups terug naar gezonde verhoudingen, en keren de andere dieren terug.


Wélke magische truc het is, wat er precies gebeurt tussen het tweede en het derde plaatje, dat laat Corboz in het midden, dat zullen we zelf moeten uitzoeken.

Tekening van Camille Corboz

De expositie If Things Grow Wrong in Museum De Lakenhal in Leiden, waar deze strip onderdeel van is, belooft '15 oplossingen voor groeiverslaving'. Want inderdaad, de mateloze rups van Corboz en de mens: zoveel verschillen we niet. Ook wij putten onze leefomgeving uit met onze eindeloze drang naar meer. We zouden minder vlees moeten eten, we eten méér vlees. We zouden minder CO2 moeten uitstoten, we stoten méér CO2 uit.

In plaats van minder, werd het toch weer meer.

Museum De Lakenhal schreef een wedstrijd uit voor kunstenaars en ontwerpers om creatieve oplossingen te zoeken voor onze groeiverslaving. De tentoonstelling die nu te zien is in het museum verzamelt de beste vijftien voorstellen. In grote lijnen zijn ze in twee categorieën in te delen: enerzijds concrete voorstellen voor bijvoorbeeld het recyclen van kleding, medisch afval of een ingenieuze lamp die met behulp van algen CO2 opneemt.

Anderzijds is er een groot deel van de werken die op een of andere manier probeert bewustzijn te vergroten: er wordt gedanst over plastic, je kunt plaatsnemen in een doodskist (van hergebruikt materiaal) om na te denken over wat je achterlaat; je kunt je afzonderen van alle prikkels in de wereld door een doos over je hoofd te trekken of via een zelflerende taalmachine in gesprek met de zee.

Mooie ideeën, maar ik zag vooral een zaal vol spullen – grotendeels hergebruikt (de tentoonstellingsteksten staan op verzaagde panelen van de grote Rembrandt-tentoonstelling die het museum in 2019 organiseerde), maar toch ook een hoop nieuwe spullen. In plaats van minder, werd het toch weer meer.

Een paradox die ook zichtbaar wordt in een schitterende serie foto's van Zindzi Zwietering: zij fotografeerde de spullen waarmee 'klimaatpreppers' zich voorbereiden op een mogelijk 'klimaatapocalyps': flessen water, gasmaskers, medicijnen, een hakbijl. De spullen die nodig zijn om te overleven als de wereld door onze spullen naar de knoppen is gejaagd.

Als je mensen vraagt een probleem op te lossen, voegen ze eerder iets toe dan iets weg te halen, vertelde een wetenschapper in een artikel over de steeds complexere coronamaatregelen. En ik dacht: dat geldt eigenlijk ook voor deze tentoonstelling: het is vooral meer, meer en meer.

Moet het niet radicaler? Wie durft iets weg te laten? Wie durft te krimpen? Een tentoonstelling zonder spullen? Ik zou oprecht niet weten hoe dat eruitziet.

Misschien is de meest radicale oplossing wel een heel onradicale: gewoon stil op een stoel gaan zitten – en kijken hoe de dag in de nacht verdwijnt. Theatermaker en schrijver Marjolijn van Heemstra hield daarvoor onlangs een prachtig pleidooi in de Volkskrant. Ze vertelt hoe een 80-jarige vrouw haar leerde 'schemeren', een uurtje niets doen, iedere dag, op het moment dat de duisternis valt. 'Wat in daglicht vastomlijnd is, verwatert in de schemering', schrijft Van Heemstra. 'Lijnen worden zachter, waardoor de dingen, mensen, bomen, in elkaar lijken over te lopen. (...) Geen wereld van afzonderlijke zaken maar een vlekkerige schets waar de verbeelding gemakkelijk mee aan de haal gaat.'

Zoals Van Heemstra het omschrijft, klinkt het als een kunstwerk – maar dat is het dus niet, het is écht, en het is er iedere dag. Alleen kijken we eroverheen, zo druk als we zijn met produceren, consumeren – oplossingen bedenken voor onze problemen.

Even stilzitten en 'wachten tot de kleur uit de dag trekt', misschien is dát wel de magische truc die de rups van Corboz leerde beheersen – nu wij nog.

In 2020 was er een daling van vleesconsumptie. Het coronajaar 2020 was om vele redenen echter geen gewoon jaar, bijvoorbeeld doordat er minder buitenshuis gegeten kon worden. Over het algemeen laat de trend van voorgaande jaren een stijging van het eten van vlees zien.