Ik weet niet of het komt door de onzekere situatie die is ontstaan door de pandemie, maar de laatste tijd stuit ik steeds weer op het christelijke geloof als het gaat om antwoorden op grote levensvragen. De bijbel biedt loepzuivere duidingen — dat is het hele punt. Het probleem blijft het geloven in iets dat zo stellig, zo 'evident' is, de Tien Geboden, het hiernamaals of de drie-eenheid. Dat echte geloven blijkt daarom telkens een brug te ver.
Dit is de context waarin ik een nieuwe film zag die mij diep heeft geraakt, om velerlei redenen de beste sinds het begin van de pandemie, nu iets meer dan een jaar geleden: Saint Maud van de Engelse debutant Rose Glass.
In een troosteloos stadje aan de kust in het noordwesten van Engeland werkt Maud (Morfydd Clark), een mooie vrouw van begin twintig, als verpleger in de palliatieve zorg. Deze baan heeft ze genomen na een fataal incident in het ziekenhuis waar ze eerder gestationeerd was. Wat dat precies was, komen we nooit te weten. In ieder geval is duidelijk dat Maud sinds haar vertrek bij het ziekenhuis God heeft gevonden, sterker: haar geloof is zo diep dat ze haar hele leven in dienst van het geloof stelt.