Onzichtbaarheid als metafoor in de menselijke moraliteit is zo oud als Plato's Staat. Een nieuwe Hollywood-film benadert de kwestie vanuit de tantaliserende vraag: zijn mannen en vrouwen anders als het gaat om 'goed' en 'kwaad'?


Dit verhaal bevat wat spoilers (die evenwel van weinig invloed zijn op het wel of niet genieten van de film).

In dezelfde week waarin Meneer Giftige Man, ex-Hollywoodmogol Harvey Weinstein, in de gevangenis belandt wegens verkrachting, zie ik een film waarin een vrouw wordt belaagd door een onzichtbare man, háár man, manlief die haar jarenlang treiterde, mishandelde en verkrachtte zonder dat ze ertoe in staat was een vinger te verroeren om de horror te stoppen.

Dat zij hem verlaat, kan hij niet verkroppen. Ego gekrenkt. Een deuk in het blinkende harnas van mannelijke macht. En dat kan niet, hè.

De man is wetenschapper, vandaar dat hij beschikt over de techniek van onzichtbaarheid. Die zet hij pas in als de vrouw, Cecilia (Elizabeth Moss), op een dag actie onderneemt en hem verlaat. Beter gezegd: uit zijn klauwen ontsnapt. Want duidelijk is dat zij jarenlang als een gevangene woonde in het hi-techhuis van het echtpaar. Dat zij hem verlaat, kan hij niet verkroppen. Ego gekrenkt. Een deuk in het blinkende harnas van mannelijke macht. En dat kan niet, hè. Derhalve, hup, onzichtbaar. En achter die verderfelijke vrouw aan.

Het grappige in The Invisible Man: we worden niet eens gevraagd na te denken of er iets van morele ambiguïteit zit in de keuze van de man om onzichtbaar te worden om wraak te nemen op Cecilia. Nee, die vent is net als Weinstein 'de man', toxisch van top tot teen, per definitie slecht. Hij bezit zoals álle mannen macht. Dat wil zeggen: je kunt als man zó onzichtbaar worden (ultieme macht uitoefenen) en vrouwen mishandelen, Weinstein-stijl.

Maar zo simpel is het natuurlijk niet. Gelukkig hebben we de onzichtbare-manmythologie om nuance aan te brengen. Beginnende bij de Lydische herder Gyges (dezelfde die in het verhaal verteld door Herodotos de vrouw van Koning Candaules én diens kroon afpakt). Die stuitte in een grot op een ring die hem onzichtbaar maakte. Deze nieuwe kracht schenkt hem niet alleen de vrouw van de koning, maar ook de ultieme macht in het land.

De kern van het verhaal, in een andere versie verteld door Glauco in Plato's Staat, is de vraag wat ons ervan weerhoudt alle schroom van goedheid van ons af te werpen en slechte dingen te doen. Specifieker: zijn we alleen maar brave burgers, omdat de gemeenschap dat van ons verwacht? Zouden we, eenmaal onzichtbaar, juist vrij zijn van het juk van moraliteit?

Ook in H.G. Wells' klassieke verhaal The Invisible Man (1897) speelt dit, maar meer nog komt het element macht in het spel. Aanvankelijk gaat Griffin, de wetenschapper die onzichtbaarheid uitvindt, speels om met zijn nieuwe talent. Hij verheugt zich erop grapjes met mensen uit te halen (voorbij iemand lopen en even met onzichtbare vingers door diens haar te woelen), maar het hele project eindigt in chaos, waanzin en een haast dwangmatige zucht naar tirannie.

Het dilemma: ben je onzichtbaar en doe je er niets mee, kun je net zo goed zichtbaar zijn. Ben je onzichtbaar en doe je er wél iets mee, word je een tiran. Waar is onzichtbaarheid — macht — dan wél goed voor?

In alle verhalen over onzichtbaarheid als metafoor voor macht gaat het om mannen. Maar in de nieuwste Hollywood-versie krijgen we een glimp van de Onzichtbare Vrouw. Dat wil zeggen: de vrouw met echte macht. Dan volgt dezelfde vraag als die aan de man: wat doe je ermee? Ze krijgt pas aan het einde van de film deze macht in handen, maar de impact van de morele keuzes die Cecilia moet maken is er niet minder om. Vrij van de controlerende moraliteit van de gemeenschap kan zij alle kanten op. En: gaat ze ánders hiermee om dan haar man?

Dat zij hem verlaat, kan hij niet verkroppen. Ego gekrenkt. Een deuk in het blinkende harnas van mannelijke macht. En dat kan niet, hè.

Ik moet zeggen, ik stond aan Cecilia's kant. Dat pleit niet voor mij, want haar wraak valt moeilijk te rechtvaardigen. Nu ze vrij én onzichtbaar is, heeft ze niets meer aan geaccepteerde, maatschappelijke opvattingen over 'goed' en 'kwaad'. Het lijkt alsof haar nieuwe macht haar isoleert. Ze is zoals Wells' protagonist Griffin die eveneens wraak neemt (op een arts die hem heeft verraden). Zowel Cecilia als Griffin en misschien ook Gyges lijken geen keus te hebben als het gaat om rechtvaardig handelen. (Griffin: 'There's nothing for it, but to start the Terror…').

Maar hier is het verschil: als lezer ben je tégen Griffin, als kijker ben je vóór Cecilia — terwijl beiden 'slachtoffers' zijn. Griffin als albino genegeerd door de wereld, Cecilia als vrouw belaagd door de Giftige Man. Misschien komt dit door tijdgeest. Cecilia, in onze ogen zo lang achtergesteld en mishandeld, lijkt net als Wells' man duizelig te worden van al die macht. Háár gunnen we dit; we zetten ons verstand op pauze terwijl ze wraak neemt. Maar wat als we in toekomstige tijden weer op play drukken?

PS: bij het ter perse gaan van dit stuk werd bekend dat een nieuwe film, The Invisible Woman, in voorbereiding is.

The Invisible Man is te zien vanaf 5 maart.