Nu cafés, kantoren, treinstations, theaterzalen en musea plots een gevaar voor de volksgezondheid zijn geworden, treffen we elkaar alleen nog in de smetteloze digitale ruimte.


De infrastructuur lag al klaar, maar de manier waarop we er nu massaal gebruik van maken is een gigantisch sociaal experiment. Afgezien van wat kleine haperingen – verschillende streamingdiensten verlaagden de videokwaliteit – lijkt het systeem uitstekend te werken.

Alles gebeurt digitaal, ook in de kunst. Musea doen virtuele rondleidingen, bands en dj's treden op via livestreams en je struikelde de afgelopen weken over oproepen voor online leesclubs. Heel mooi – er is behoefte aan troost – maar de afstand blijft groot en er blijft vooral heel veel dicht.

Een van de tentoonstellingen waarvan het extra jammer is dat de deuren voorlopig gesloten blijven is The Future is Now, over kunstenaar Nam June Paik in het Amsterdamse Stedelijk. Paik (1932 - 2006) zag als een van de eersten in wat de belofte van digitale communicatie inhield. Juist nu zouden we zijn werk moeten kunnen zien. Hij organiseerde mondiale live tv-shows als kunstwerk. In een essay uit 1974 stelde Paik de bouw voor van nieuwe Electronic Super Highways. Netwerken die verre steden zouden kunnen verbinden via satellieten, kabels en glasvezel. Fysieke afstand zou geen barrière meer zijn, was het idee.

Op Instagram gaf conservator Leontine Coelewij via een videoverbinding een rondleiding door The Future is Now (terugkijken kan op YouTube). Het eerste werk van Paik dat Coelewij laat zien is een klassieker uit de eigen collectie van het Stedelijk: TV Buddha. Hartjes vlogen over het scherm van mijn smartphone, mensen stuurden zwaaiende hand-emoji om te laten weten dat ze meekeken.

Nam June Paik, TV-Buddha, 1974. Collectie Stedelijk Museum Amsterdam

TV-Buddha bestaat uit een traditioneel houten Boeddhabeeld waartegenover Paik een televisie plaatste. Een camera achter het scherm filmt het Boeddhabeeld, en die beelden worden weer op de televisie getoond. De televisie die Paik uitkoos voor deze installatie heeft een ronde kast, net zo rond als het kale hoofd van de Boeddha. De spiegeling is compleet.

In alle kalmte observeert de Boeddha zichzelf op de televisie. Helemaal zen achter het beeldscherm. Maar ook eenzaam, in zichzelf opgesloten. Met de ogen van nu, gaat Paiks TV-Buddha over de huidige conditie van het leger aan thuiswerkers. Dit is ook het beeld dat telewerkers zien wanneer ze inbellen op een videomeeting: zichzelf achter het scherm. Verbonden, en toch alleen. Wachtend op verlossing.

Juist nu zouden we het werk van kunstenaar Nam June Paik moeten kunnen zien. Hij organiseerde in de jaren zeventig al mondiale live tv-shows als kunstwerk.

'Wat een Italiaanse dokter 's ochtends ontdekt in Milaan, kan diezelfde avond in Teheran levens redden', schreef Yuval Noah Harari in een veelbesproken essay over de coronacrisis voor de Financial Times. De wereldsamenleving waar Paik van droomde bestaat al lang. We zijn verbonden, maar we staan er als mensheid ook alleen voor.

De videoloop van TV-Buddha deed me ook denken aan het grote applaus voor de zorg twee weken geleden. Vanaf mijn balkon klapte ik samen met de buren voor de dappere artsen en verplegers. Op de balkons van overburen gingen een voor een de smartphoneflitslampjes aan. Ik stapte weer naar binnen om het achtuurjournaal te bekijken, dat afsloot met een item over het applaus dat we een kwartier eerder met z'n allen hadden gegeven. En online kwam vervolgens nog meer herhaling: eindeloos veel filmpjes van het applaus, overal in het land. Alsof mensen drie handen hadden gehad: twee om mee te klappen, één om mee te filmen.

'We klappen om de grotere klappen te overstemmen', schreef columnist Ellen Deckwitz in NRC. Wat dat betreft waren de filmpjes nog krachtiger dan het applaus zelf: het liet het applaus digitaal keihard na-echoën.

Ik weet het niet zeker, maar ik denk dat ik in een van de filmpjes mezelf zag staan op mijn balkon. Samen eenzaam, maar digitaal verbonden.