In de nieuwe HBO-serie Lovecraft Country is 'horror' de modus van vertelling. Dat kan ook niet anders: huidskleur bepaalt, op het tirannieke af, hoe de personages de werkelijkheid ervaren.


De hoofdpersoon, Atticus Freeman (Jonathan Majors), is een boekenwurm die alles leest wat los en vast zit, van Alexandre Dumas en Edgar Rice Burroughs tot H.G. Wells, Bram Stoker en natuurlijk de vader van de moderne horror, H.P. Lovecraft. De eerste scène betreft een droomsequentie waarin Atticus allerlei avonturen beleeft waarbij de verhalen van zijn favoriete auteurs door elkaar heen lopen.

Zo prachtig gemaakt dat het even duurt voordat de verschrikkelijke ironie je treft: Atticus is een zwarte man in het Amerika van de jaren vijftig, ten tijde van de racistische Jim Crow-wetten. Maar in alle boeken waar hij zo verslaafd aan is, is er geen enkel zwart hoofdpersonage. Zijn eigen leven, zijn eigen beleving van de werkelijkheid, ziet hij nergens terug in wat hij leest. En toch leest hij en geniet hij.

Atticus, een soldaat op verlof, keert terug naar het stadje van zijn jeugd, omdat zijn vader is verdwenen. Hij gaat op zoek naar hem samen met zijn oom George, auteur van een Green Book-achtige publicatie, een praktische gids waarin zwarte mensen lezen hoe ze kunnen overleven in het gesegregeerde Amerika van die tijd. Ook reist Diana mee, de sexy dochter van George.

Algauw stuiten ze tijdens de autorit op witte agenten die de Sundown-regel toepassen: zwarte mensen mogen bij zonsondergang niet op straat zijn. Opeens klinkt de stem van schrijver en activist James Baldwin. Het is een fragment uit een beroemd interview. De kern:

'Het gaat erom waar je je bevindt in de wereld, wat je bewustzijn van de realiteit is, wat je systeem van werkelijkheid is. Dat wil zeggen, het hangt af van aannames die zo diep in ons verankerd zitten dat we ons er nauwelijks van bewust zijn.'

Nu ik, kijker. Ik ben wit. Alle literatuur waar de serie naar verwijst, reflecteert mijn werkelijkheid. Anders dan voor Atticus is het voor mij makkelijk om in de schoenen te treden van mijn literaire helden: John Carter (Burroughs), D'Artagnan (Dumas), Jonathan Harker (Stoker) en ga zo maar door. Ik hoef geen vinger te verroeren om volledig op te gaan in de verhalen.

Hoe anders moet dat voor Atticus zijn; hij leest over witte helden geschreven door witte auteurs. Dat veroorzaakt kortsluiting bij hem. Opeens lijkt de wereld radicaal anders. Tijdens de reis stuiten hij en Uncle George en Diana op allerlei monsters direct afkomstig uit een Lovecraft-verhaal.

Atticus' crisis is gelinkt aan zijn naam: hij is vernoemd naar Atticus Finch, hoofdpersoon in Haper Lee's klassieker To Kill A Mockingbird (1960). En we weten waar Atticus beroemd om is, waarom het boek nog altijd ieder jaar op alle leeslijsten op school verschijnt of zou moeten verschijnen, en dat is om wat hij zegt:

'You never really know a man until you stand in his shoes and walk around in them.'

Dit is zijn dilemma: als zwarte man treedt hij al lezende in de schoenen van witte personages. Dat brengt hem niets — de wereld om hem heen bejegent hem racistisch, ziet hem nauwelijks als mens. Welke keuzes heeft hij dan nog? Radicaliteit? Geweld?

Het mooie is dat Lovecraft Country ons ertoe in staat stelt in de schoenen van Atticus te staan. En dat doen we, onwillekeurig, omdat de serie briljant is. (Althans, te oordelen naar de eerste aflevering, maar ik durf te voorspellen dat mijn kijkervaring in de komende weken niet zal veranderen.) Door ons in Atticus te verplaatsen, ervaren we eerstehands hoe schizofreen het leven van een jonge zwarte man in die tijd moet zijn geweest. Alles is wit, maar jij bent zwart. Het leven is dan een strijd tegen de tirannie van opgelegde identiteit. Zoals Baldwin zegt: dit zit zo diep — zo volledig zijn we geconditioneerd om in termen van ras te denken en te leven — dat we de werkelijkheid niet meer anders kúnnen ervaren.

Maar hier komt nu verandering in. Dat laat Lovecraft Country zien, en dat blijkt ook in de echte wereld.

Als je wilt weten wat bedoeld wordt met Black Lives Matter, institutioneel racisme, etnisch profileren, diversiteit, politiegeweld tegen zwarte mensen en het belang van empathie, dan biedt Lovecraft Country antwoorden.

Al kijkende word je gedwongen uit je eigen identiteit te stappen en de werkelijkheid van 'de ander' te ervaren, net zoals Atticus dat doet als hij leest over de hagelwitte John Carter die op Mars verliefd wordt op Dejah Thoris, prinses van Mars met een huid van koper, of over Graaf Dracula met zijn bleke, doorschijnende gelaat.

Lovecraft Country vertelt het verhaal van de zwarte ervaring van de witte wereld van binnenuit, nu eens niet in de gedaante van 'arthouse' of 'hoge literatuur', maar in de vorm van populaire televisie. Dat is grote winst, om niet te zeggen: uniek, wild en meeslepend.