Een geldprijs van 100.000 euro winnen, wie zou er niet dolgelukkig van worden? Kunstenaar Erik van Lieshout vergaat het plezier heel gauw, wanneer hij in 2018 de Dr. A.H. Heinekenprijs voor de Kunst wint. In de krant leest hij hoe Heineken in Afrika promotiemeisjes inzet om bier te verkopen, dat zij naar bed moeten met leidinggevenden en zich regelmatig prostitueren aan klanten. Heineken weet al 15 jaar van de problemen, maar grijpt niet in.


'We hebben fout geld, we hebben Heineken-geld', verzucht Van Lieshout in Beer (2019), de prachtige film die hij maakte over de door hem gewonnen Heinekenprijs. Beer is op dit moment te zien in het Amsterdam Museum op een expositie over bier, maar is ook online te bekijken.

De film is een behoorlijk hyperactief verslag over de persoonlijke worsteling die Van Lieshout doormaakt nadat hij die belangrijke oeuvreprijs wint. Hij voelt zich een uithangbord voor de 'foute' biergigant – een ongemakkelijke positie die hij illustreert door zijn huis te verbouwen: hij zaagt een Heineken-ster-vormig gat in zijn muur boven de Heineken-groene bank (die had hij toevallig al tien jaar) en laat zichzelf in een gigantische aluminium Heinekenbierblik door winkelstraten rollen. Hij maakt ruzie met zijn buurman, een horeca-eigenaar, als hij de cafénaam 'De Gele Kanarie' overplakt met 'De Groene Kanarie' en raakt opnieuw in conflict als hij zich in een interview negatief uitlaat over Heineken.

Van Lieshout besluit dat hij iets goeds wil doen met zijn geld, en besluit het te doneren aan een apotheek in opbouw in Tanzania. Het blijkt niet zo overzichtelijk: het geld lijkt gebruikt te worden voor een woonhuis en niet voor een medicijnwinkel. Weggegooid geld? Of maakt het niet uit wat er met het geld gebeurt zolang het maar weg is bij Heineken?

De vraag die in alle kriskras door elkaar gemonteerde anekdotes overheerst: kun je als kunstenaar nog vrij en compromisloos zijn wanneer je zo'n grote prijs van een multinational aanvaart?

Wat zijn film zo ontzettend goed maakt, is dat Van Lieshout een worsteling schetst die we op een manier allemaal doormaken. Wij zijn allemaal onderdeel van een systeem dat voor een deel 'fout' is. Wie heeft er nog nooit een Heineken-biertje gedronken? Nooit getankt bij Shell, dat al dertig jaar niet handelt naar eigen kennis over klimaatverandering? Kinderarbeid, institutioneel racisme, de problematische grondstoffen voor je smartphone: vrijwel allemaal zijn we ergens medeplichtig aan, en we weten het.

'Als je de lucht ademt in een samenleving, dan adem je deels ook dat geïnstitutionaliseerde racisme in', zo verwoordde rapper Typhoon de onontkoombaarheid van het kwaad mooi in Zomergasten.

Verstandige lessen over hoe je dat aan kunt pakken hoef je van Van Lieshout niet verwachten. 'Ik heb als kunstenaar nul invloed. Ik ben een clown, een nar, niemand neemt mij serieus', verzucht hij in zijn film.

Maar dat is niet helemaal waar.

In de film zien we hoe Van Lieshout de prijs dankbaar in ontvangst neemt. Tegen 100.000 euro is niemand bestand. Op een groot podium, omringd door ogenschijnlijk belangrijke mensen, houdt hij trots zijn glimmende award omhoog.

De vrije kunstenaar lijkt zich vrijwillig uit te leveren aan het grootkapitaal, maar de echte overwinning is natuurlijk dat hij dat 'foute' geld gebruikt om de duistere en complexe werkelijkheid te laten zien die achter die glanzende façade schuilt.