'Ik ben niet het klassieke werkpaard dat gewoon gaat zitten en een paar uur kan schrijven. Ik moet de tank volgieten. Voor mij raakt die vol door in de wereld te zijn, door sociale interacties aan te gaan of ze te observeren. Ik vind het lastig om tot schrijven te komen in een wereld die een beetje stil is gevallen.'
Nu evenementen verboden zijn, zitten veel artiesten en kunstenaars zonder werk. Tegelijkertijd is er – meer dan ooit misschien wel – behoefte aan verbeelding. Stadsdichter van Rotterdam Dean Bowen schrijft, wandelt en gaat op zoek naar dingen die hoop geven in deze uitzonderlijke tijd. 'We worden eraan herinnerd hoe belangrijk het is om verbonden te zijn met onze gemeenschap.'
Deze tijd zitten mensen veel binnen, aan tafel of achter een bureau te werken. Is dat niet wat schrijvers altijd al doen?
Hoe gaat het schrijven nu?
'Ik probeer nog altijd te putten uit de wereld, maar die geeft nu een totaal ander soort input. Als ik naar buiten ga om een frisse neus te halen, probeer ik zoveel mogelijk te halen uit de bizarre en nieuwe omstandigheden. Ik merk nu dat vervreemding, stilte en leegte een prominentere rol gaan spelen in mijn werk. Aan de ene kant heeft dat betrekking op deze specifieke situatie: we leven collectief een moment in de geschiedenis en daar moet je het over hebben.'
'Aan de andere kant komen deze thema's ook als concepten en abstracties in mijn werk terecht. Ook heb ik het idee dat mijn gedichten qua vorm beïnvloed beginnen te raken. Normaal gesproken schrijf ik vrij lyrisch, maar nu beginnen mijn gedichten minimalistischer te worden. Tegelijkertijd probeer ik mezelf gezond te houden door niet alleen na te denken over de stillere straten, maar ook over de creatieve manieren van mensen om met elkaar te communiceren en alternatieve bronnen van inkomsten te genereren. Ik probeer vooral te kijken naar de potentie van het alles.'
Waar zie je de potentie van deze crisis?
'Ik vind het interessant om te zien dat mensen na beginnen te denken over de digitale ruimte als mogelijkheid voor nieuwe vormen van interactie. Denk bijvoorbeeld aan makers die via Instagram concerten of optredens geven. Mensen zoeken manieren om de tools van de moderniteit in te zetten om verbondenheid te creëren. Dat kan ook op een hele banale manier. Gewoon samen ontbijten door een laptop voor je bord neer te zetten en met je beste vriend tegelijkertijd een eitje te bakken. Het zijn alternatieve manieren om je medemenselijkheid niet kwijt te raken. Dat inspireert me.'
Verder vind ik het heel sterk dat er alternatieve gemeenschappen beginnen te ontstaan. Zoals de vele buurtinitiatieven om de kwetsbaren onder ons te ondersteunen, bij de meest simpele dingen zoals boodschappen doen. Je ziet dat het mensen in contact brengt die normaal gesproken in dezelfde buurt wonen, maar langs elkaar heen zouden zijn gelopen. We worden eraan herinnerd aan hoe kwetsbaar we zijn en hoe belangrijk het is om verbonden te zijn met je community. Ik denk dat het te vroeg is om te bepalen of dit na de crisis doorzet, maar ik hoop het wel. Hier ligt in potentie een nieuw soort sociale infrastructuur.'
Alle evenementen zijn tot in elk geval 1 juni zijn afgelast. Wat betekent dat voor jou en voor de culturele sector?
'Ik heb het geluk dat ik werk heb – ik schrijf nu verschillende gedichten in opdracht – maar de afzeggingen en annuleringen blijven wel binnenstromen. Deze situatie benadrukt vooral de kwetsbaarheid van de maker. Ik was geïrriteerd door de eerste reactie van minister Wiebes. Hij had het over de positie van de zzp'er, die er zelf voor zou hebben gekozen om niet in dienst te werken. Maar dat is niet hoe de sector werkt, die functioneert nu eenmaal niet op basis van dienstverbanden.'
'Ik zag twee reacties vanuit het publiek. Enerzijds riepen mensen op om makers te supporten. Anderzijds zijn er mensen die vinden dat zzp'ers in de culturele sector er zelf voor hebben gekozen. Je ziet dat ons werk, want dat is het natuurlijk, benaderd wordt als een hobby: 'Je mag je geld verdienen met je hobby.' Nou, ik heb hobby's, maar daar verdien ik mijn geld niet mee. Het schrijven, hoeveel ik er ook van houd, is gewoon werk. Het is belangrijk om dat in te zien. Ik denk dat mensen die zo reageren voorbij gaan aan hun eigen behoefte aan culturele uitingen. Totdat het allemaal wegvalt. Op een gegeven moment heb je Netflix wel leeg gekeken en krijgen mensen weer behoefte aan een concert of een theaterstuk.'
Deze situatie legt bestaande structuren bloot.
'Absoluut. Het wordt nu heel duidelijk dat beleidsmatige kaalslag bepaalde sectoren extra kwetsbaar heeft gemaakt. Eigen ondernemerschap is in de hand gewerkt en wanneer puntje bij paaltje komt, zijn zzp'ers de eersten die de klappen mogen opvangen. Ze kregen er van de overheid bijna de schuld van dat ze zzp'er zijn. Dat vind ik heel erg kwalijk. Dan heb ik het niet eens over mijn eigen sector, maar bijvoorbeeld over de hoeveelheid zzp'ers in de zorg. Je kunt niet met een liberaal beleid overal op bezuinigen en denken dat de marktwerking alles wel oplost om vervolgens in een crisissituatie als deze de verantwoordelijkheid te leggen bij mensen die onderhevig zijn aan het beleid dat je zelf hebt gecreëerd.'
Kunst lijkt nu meer dan ooit een bron van duiding. Waar grijp jij nu op terug?
'Voor mij persoonlijk is kunst altijd een essentiële bron van duiding, niet alleen in crisistijd. Ik heb de kunsten nodig om me te kunnen verhouden tot de wereld waarin ik me bevind. Op dit moment haal ik vreemd genoeg steun uit kunst door die niet te veel in de context van deze coronacrisis te plaatsen. Deze situatie is vooral een gelegenheid om heel veel werk van andere mensen tot me te nemen. Denk aan de driehonderd documentaires die vrij zijn gegeven door het IDFA of boeken waar je al lang niet meer aan toe bent gekomen. Dat is voor mij al troostrijk. Ik ben nu bijvoorbeeld de bundel Godface aan het herlezen, van Asha Karami. Dat is een poëzie vol onregelmatigheden. Er zitten constant wendingen in die mijn verwachtingen ontregelen, waardoor ik iedere strofe, ieder gedicht, met een nieuwe leesintentie aan moet vliegen, om me open te kunnen stellen voor wat de gedichten te zeggen hebben.'
Dat zou ook een goede levenshouding kunnen zijn.
'Zeker. Ik houd van schrijven dat niet bezig is om me antwoorden te geven, maar dat me handreikingen geeft voor alternatieve vormen van denken.'
Wanneer kunnen we jouw coronapoëzie verwachten?
'Ik wilde niet twee weken geleden al een gedicht schrijven over wat ik dacht dat er aan de hand was. Ik moet een nieuwe situatie op me in laten werken, voordat ik er iets zinnigs over kan zeggen. Daarom was ik heel erg verheugd dat bijvoorbeeld oud-stadsdichter van Rotterdam Derek Otte een gedicht had geschreven als een steun in de rug van hulpverleners en mensen in essentiële beroepen. Ook het gedicht van de Amsterdamse stadsdichter Gershwin Bonevacia vond ik mooi. Mijn eigen reactie laat even op zich wachten, maar dat is de aard van het beestje. Ik ben niet op zoek naar wat er nu is, maar naar wat het mogelijke is van straks.'