Foto: The Manchurian Candidate.
Terug naar Condons roman. Hierin zetten China en de Sovjet-Unie een agent diep undercover in Amerika in om controle over de regering te krijgen. De agent is niemand minder dan Eleanor, echtgenote van senator Johnny Iselin, een stuntelige politicus (lees: Trump) die kans maakt vice-president te worden.
Het verhaal begint tijdens de Koreaanse Oorlog waar sergeant Raymond Shaw, zoon van Eleanor, samen met zijn peloton in handen van KGB-agenten vallen. Ze worden naar Manchuria in het noordoosten van China gebracht waar ze gehersenspoeld worden. Het plan: de soldaten als moordenaars in te zetten wanneer ze terugkeren naar de Verenigde Staten.
Het specifieke doel blijkt wanneer Raymond weer bij zijn moeder is. Inmiddels is namelijk duidelijk dat Iselin vice-president zal worden, wat zou betekenen dat hij zich in het oval office kan installeren in het geval van het overlijden van de huidige president. En dát is precies het plan van Eleanor: haar man is de Manchurian Candidate. Het enige wat dan nog rest is haar gehersenspoelde zoon te activeren om de sluipmoord op de president uit te voeren.
Het loopt anders af: Shaw, ogenschijnlijk uit zijn staat van hypnose gehaald (maar zeker weten we het niet) door een mede-soldaat die inmiddels achter de samenzwering is gekomen, schiet zijn moeder en stiefvader dood.
De filmversie van het verhaal was een flop tijdens de release, maar in de jaren daarna kreeg die cultstatus, niet in de laatste plaats vanwege de sluipmoord op president Kennedy. Het verhaal raakt duidelijk een zenuw; het zegt iets over de lagen van bedrog, manipulatie en indoctrinatie die per definitie over het discours van politiek en macht heen liggen.
The Manchurian Candidate toont de vernietigende effecten van extreme vormen van fictie: hypnose, psychose, propaganda, samenzwering, fake news. Pas wanneer de leugenaren zijn ontmaskerd, kunnen we verder. Maar het probleem is dus dat we juist via fictie — de roman, de film — tot de waarheid komen.
Het dilemma blijft. Het is zou oud als de mens zelf, zo oud als Homeros en Virgilius die de mens voor het eerst lieten zien hoe de fysieke wereld met de bril van de verbeelding te bekijken en te begrijpen.
Misschien bereiken we zo langzamerhand een keerpunt, zodat we voor ons eigen bestwil, onze eigen mentale gezondheid, moeten erkennen dat een podium een podium is en onder geen omstandigheden een olifant.
Dat zal wel gepaard gaan met een tikkeltje weemoed. Want het idee van een 'olifant' is vele malen interessanter dan dat van een podium. Juist dit maakt ons kwetsbaar, niet in de laatste plaats voor machinaties van de Manchurian Candidate die zich in het Witte Huis heeft genesteld.
meer weten?
Op 29 augustus draait The Manchurian Candidate tijdens het Post-Truth Cinema Series van Impakt, met een inleiding door en een gesprek met mediawetenschapper Dan Hassler-Forest.