Het Witte Huis, het Colosseum, de Big Ben en de Taj Mahal: allemaal opgeblazen door terroristen. Manhattan? Overspoeld door een vloedgolf. Los Angeles? Weggezonken in een zinkgat. São Paulo? Niets meer van over.
De lijst van steden en gebouwen die ik gesloopt heb zien worden in films is eindeloos. Op het grote witte doek gaat geregeld – en met de dunste aanleiding – de hele wereld naar zijn grootje.
Deze zomer kunnen we met Mission Impossible 6: Fall Out uitkijken naar nucleaire destructie met dank aan terroristen, en met Jurassic World: Fallen Kingdom naar losgebroken dinosaurussen – nu aangevuld met vulkanisch geweld. Waarom kopen we dure bioscoopkaartjes om dit soort destructie te zien?
'Diep in ons hart zijn we allen kleine Nero's,' schreef Karl Philipp Moritz in 1787, 'wie de aanblik van een brandend Rome, het geschreeuw van de vluchtenden, het gekerm van de zuigelingen helemaal niet slecht zou bevallen, wanneer het zich zo, als een schouwspel, voor onze blik zou presenteren.'
De Duitse essayist kon het succes van de spektakelfilm verklaren, lang voordat de eerste bioscoop gebouwd was.
Tekst loopt door onder de foto.