'Een belediging voor de bezoekers', 'pure chaos', en het is 'onmogelijk gemaakt' om van de kunst te genieten. De Amerikaanse architect Aaron Betsky spuide deze week in NRC zijn kritiek op Stedelijk Base, de nieuwe opstelling van de collectie van het Stedelijk Museum Amsterdam.
Anderhalve maand na de opening is het stof allesbehalve neergedaald rond Base. NRC en de Volkskrant oordeelden positief over de tentoonstelling, die werd ontworpen door architect Rem Koolhaas, en het sluitstuk van de visie is van de vertrokken Stedelijk-directeur Beatrix Ruf. Bezoekers die ik sprak waren scherp verdeeld.
Dan weet je: dit is meer dan zomaar wat schuiven met schilderijen. Hier kantelt iets. Volgens mij is Stedelijk Base niets minder dan het museum van de toekomst.
Wat is er aan de hand? Koolhaas ontwierp een netwerk van diagonaal geplaatste stalen tussenwanden. Samen maken ze van de ruimte een hoekig doolhof, dat nog het meest lijkt op het parcours van Fred Osters caviarace. De stalen wandjes hangen overvol: kunst, design, verschillende stromingen, alles door elkaar. Op de kruispunten kan het zomaar gebeuren dat je naar een duister sculptuur van Lee Bontecou staat te kijken, terwijl de felle popartkleuren van Roy Lichtenstein nog in je rug branden, en zich rechts de doeken van Van Gogh aandringen.
Tekst loopt door onder de foto.