'Maantje tuurt, maantje gluurt al door de vensterruiten.' Dit is de eerste regel van een kinderliedje. Het gaat over de maan die naar beneden kijkt en zo verbaasd is dat het al stil is. 'Zijn de kinderen al naar bed, of lopen ze nu nog buiten?' Gelukkig, de kinderen liggen 'al lang in de veren'. De maan wenst ze een goede nacht, en dan volgt een prachtige regel: 'Morgen is er een nieuwe dag, dan kun je weer spelen en leren.'
Natuurlijk, voor veel kinderen geldt letterlijk dat de dag uit niets anders dan spelen en leren bestaat, maar als metafoor geldt het voor iedereen. Werk, schoonmaken, een band plakken, de was opvouwen, zelfs belastingaangifte: als het goed gaat dan is het spelen, en als het even tegenzit dan is het leren.
Van een grote afstand kijkt de maan op ons neer, en concludeert dat al ons zwoegen op te delen is in twee categorieën: spelen en leren. Wat een wijsheid.
Ik moet aan Maantje tuurt denken bij het zien van het werk van kunstenaar Maurice van Es tijdens RijksakademieOPEN, de jaarlijkse atelierpresentaties van de kunstenaarsopleiding. Op zichzelf is dat vreemd, want de personen in Van Es' video's zijn geen kinderen, maar jongvolwassenen. Toch lijken zij het spelen en leren allesbehalve verloren.
Wat Van Es fascineert zijn de allerkleinste momenten of de allergewoonste objecten, de dingen die we bijna niet opmerken, meteen alweer vergeten zijn. Zo maakte hij in opdracht fotoboeken met persoonlijke details bij mensen thuis: van deurknop tot kapstok. Ook maakt hij een serie foto's van alle keren dat zijn vader hem ergens oppikt met zijn grote zwarte auto, of legt hij de 'onbedoelde sculpturen' van zijn moeder vast: een stapel opgevouwen handdoeken, twee afstandbedieningen op elkaar. De kleine mooie dingen waarvan je niet wist dat je ze wilde onthouden, maar die wel het alledaags geluk voeden.
Tekst loopt door onder de afbeelding.