Pablo Picasso - Figure découpée (Foto: Thomas van Huut)
Uitleg ontbrak, maar op internet was natuurlijk wel wat te vinden: het vogel/vis/stierfiguur Figure découpée staat al sinds 1965 in het Vondelpark. Het is naar ontwerp van Picasso gemaakt door de Noorse kunstenaar Carl Nesjar, voor een tentoonstelling bij het honderdjarig bestaan van het Vondelpark. Picasso vroeg geen vergoeding, op voorwaarde dat het beeld zou blijven staan.
Plots klapt hard een voetbal tegen het beeld. Op een zomerse dag doet deze Picasso vooral dienst als doelpaal.
Gesproken over controversiële figuren in het straatbeeld: met zijn vele maîtresses en vrouwonvriendelijke gedrag is Picasso ook niet onomstreden. Gelukkig is dit beeld geen monument of eerbetoon voor de kunstenaar, maar een kunstwerk dat een eigen leven leidt, los van de schepper.
Dat het kunstwerk zelfstandig werkt zag ik toen ik op een bankje ging zitten. Wanneer je er langer naar kijkt haalt Figure découpée een boeiende truc uit. De tekening is plat, maar staat opwaarts in de ruimte. Het tweedimensionale object in de driedimensionale omgeving maakt je gevoelig voor de 'platheid' van alle indrukken om je heen. De bomenrij achter het beeld, plat. De picknickende studenten, plat. De shirtloze jongens met hun voetbal, plat.
Met een beetje fantasie is het alsof je in de bordkartonnen werkelijkheid van een kijkdoos bent gestapt. Overal zie je rechtopstaande papieren figuren, met een flapje aan de grond geplakt. Een kijkdoos waarin Picasso's vreemde vis/vogel/stierfiguur tussen de recreërende parkgangers, maar een van de vele opvallende gasten is. Het beeld laat je anders kijken: als je het eenmaal ziet kun je het niet meer 'ontzien'.
Het mooie van kunst in de openbare ruimte is dat het uitnodigt om te doen waar Susan Sontag voor pleit in haar essay Against interpretation: kunstwerken proberen te zien, in plaats van ze te verdrinken in interpretatie. 'Zoals de uitlaatdampen van auto's en zware industrie de stedelijke omgeving vervuilen, zo vergiftigt de interpretatie van kunst onze zintuiglijke ervaring', schrijft Sontag prachtig. In het park, ver van tentoonstellingscontext, uitleggerige museumteksten en duidende recensies, kun je zonder theoretische mist scherp van kunst genieten.
Het is een wat sterke tegenstelling die Sontag presenteert, waarnemen zonder te interpreteren bestaat namelijk niet. De waarneming landt altijd in een raamwerk van ideeën en theorieën die je al bij je draagt. Maar de nadruk die ze legt op de onbevangen blik is verfrissend en aanstekelijk.
Misschien is dat wat ik wilde zeggen: dat het begint en eindigt met opmerkzaamheid. Goed kijken naar wat er op straat staat, en bewijzen dat Banksy écht ongelijk heeft.
meer weten?
Kunst buiten het museum is er volop. Criticus Hans den Hartog Jager stelde voor Into Nature in het Drentse landschap een tentoonstelling samen met kunstwerken van onder anderen Alicja Kwade, Sarah van Sonsbeeck en Olafur Eliasson.