Het thema van de Boekenweek 2019 is 'De moeder de vrouw', zo maakte de Stichting Collectieve Propaganda van het Nederlandse Boek (CPNB) vorige week bekend, met de titel verwijzend naar het gelijknamige beroemde gedicht van Martinus Nijhof. De vraag of de identiteiten van moeder en vrouw onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn, is volgens de CPNB een veelzijdige en maatschappelijk relevante vraag waarop je heel verschillend kunt antwoorden.
Het nieuws was nog vers toen er een storm van kritiek opstak. 'Het is weer zover. De vrouw wordt teruggebracht tot haar rol als moeder,' zo reageerde Beitske Bouwman op de website van de Volkskrant. Ze riep schrijvers en lezers op om de Boekenweek van 2019 te boycotten. En jawel hoor, een dag later gaven ruim driehonderd schrijvers gehoor aan haar oproep. In een open brief in NRC Handelsblad verwijten ze de CPNB de vrouw oneigentijds met het moederschap te identificeren. En waarom laat de stichting uitsluitend mannen hierop reflecteren?
In eerste instantie ben ik het met de kritiek van Beitske Bouwman eens. Maar dan lees ik haar opiniestuk nog een keer en oeps: ik signaleer twee drogredenen, die retorisch zo sterk zijn dat ze nauwelijks opvallen: een stroman en een rookgordijn. Laten we haar argumenten eens beter bekijken.
De keuze voor het thema 'De moeder de vrouw' is een slechte keuze omdat het de vrouw terugbrengt naar het aanrecht, zo redeneert Bouwman. Maar dat heeft de CPNB gezegd noch bedoeld. De stichting koos 'de moeder' als thema, en leende een literaire verwijzing bij Nijhof. Bouwman vertekent met haar argument het standpunt van de CPNB tot een karikatuur - een stroman heet dat in de argumentatieleer. Begrijpelijk, dat wel, opgeroepen door de woordjes 'De moeder de vrouw'.