Rachel Weisz als Rachel (foto: Fox Searchlight Pictures)
Zo begint het: Philip, de verteller, neemt ons stap voor stap mee in zijn ondergang. Anders dan Philip, zien wij (lezers of kijkers, de film volgt de roman volledig) haarscherp dat Rachel een duister verleden heeft, dat zij de arme jongen om haar vinger windt, dat het haar alleen maar te doen is om de erfenis van haar overleden echtgenoot.
Doe het niet, Philip! Zo schreeuwen wij het uit wanneer onze held een cruciale beslissing neemt: om Rachel 'blij' te maken, besluit hij al zijn bezittingen - geld, juwelen, boerderij - aan haar te geven. Dán zal zij vrij zijn om van hem te gaan houden. Althans, zo deelt Philip, onbetrouwbare verteller, ons mee.
En op een nacht gebeurt het: Rachel gaat met Philip naar bed. Ze belooft zelfs met hem te zullen trouwen. Althans, dat zegt Philip.
Dan wordt hij ziek. Vergiftigd door Rachel. Of niet? Eindelijk gaat bij Philip een lichtje branden. De liefde van zijn leven. Een moordenares!
En wéér gaan we met de verteller mee. Wát een sloerie, die Rachel. Femme fatale bij uitstek. Kijk eens wat Philip allemaal moet verduren (Philip, de onbetrouwbare verteller). Maar dan blijkt het het allemaal ook ánders kan liggen. Het einde van Du Mauriers verhaal is een oefening in chaos en willekeur — het slot breekt alles open.
Zo legt My Cousin Rachel de tragiek van een leven gevangen in het eigen ik bloot. Net als Philip zijn we er maar niet toe in staat verder te kijken dan onze eigen vooroordelen. Dat terwijl het leven ingewikkelder is dan de gemakkelijke ontplooiing van vooropgezette verhaallijnen. Het eigen ik, in dit verhaal belichaamd door Philip, laat geen ruimte voor de nuance, voor het feit dat de waarheid te vinden is in het grijze gebied tussen 'licht' en 'donker'.
Dat is extra wrang, omdat fictie ons juist bij uitstek leert hoe we ons in anderen kunnen verplaatsen, zodat we meevoelen met wat de personages overkomt. Maar in My Cousin Rachel hebben we empathie voor de verkeerde persoon. Hoe je het ook wendt of keert, hoezeer we ook weten dat Philip de fout in gaat en hoe graag we hem ook willen waarschuwen, we kunnen niet anders dan met hem meegaan de afgrond in, gevangen als we zijn, zoals hij, in onszelf.