'Doe normaal of ga weg', is het advies van premier Mark Rutte aan alle Nederlanders. Normaal doen, is volgens Rutte elkaar de hand schudden, naar iemand luisteren en je fatsoen houden. Volgens Gabriël van den Brink, emeritus hoogleraar maatschappelijke bestuurskunde, is dat niet genoeg.
Als het gaat om onze gezondheid, dan weten we in Nederland precies wat normaal is en wat niet. Tenminste vijf dagen per week 30 minuten matige tot intensieve lichaamsbeweging, bijvoorbeeld. Iemand van mijn lengte mag tussen de 65 en 81 kilogram wegen. Dat is de norm. En ook in de geestelijke gezondheidszorg weet men heel precies wat normaal is, daar zijn websites over volgeschreven. Maar normen en waarden voor het maatschappelijk leven?
We komen eigenlijk niet verder dan diversiteit, vrijheid en respect. Dat zijn prachtige dingen, maar ze krijgen geen inhoud. In die context viel mij laatst een rapport op van de Inspectie van het Onderwijs. Burgerschap op school, heet het. Conclusie: met burgerschapsvorming op scholen gaat het niet al te best. Er is onvoldoende vooruitgang geboekt, sinds burgerschap in 2006 een aandachtspunt werd.
Om te beginnen moeten normen en waarden niet iets zijn waar je les in krijgt: het is iets wat je al doende leert. Los daarvan viel me de instrumentele aanpak van de Onderwijsinspectie op. Nergens worden die normen en waarden ingevuld. In een kleine 30 pagina's wordt zo'n 20 keer geconstateerd dat er meer duidelijkheid moet komen, zonder dat men vervolgens inhoudelijk aangeeft om welke waarden het zou moeten gaan. Het rapport neemt aan dat er in Nederland algemeen aanvaarde en breed gedeelde normen bestaan. Dat is geen gek idee, maar welke zijn dat dan?
Het rapport komt niet verder dan de waarden van de rechtsstaat: vrijheid van meningsuiting, gelijkheid, verdraagzaamheid, het afwijzen van onverdraagzaamheid en het afwijzen van discriminatie. Wederom: allemaal prachtig, maar in wezen negatief. Er wordt vooral verteld wat je niet mag doen: je mag mensen niet de mond snoeren, mensen niet discrimineren, niet onverdraagzaam zijn. Nergens staat wat je wél moet doen.
Als we burgerschap inderdaad willen bevorderen, dan moeten we ook een aansprekend verhaal hebben. Als menselijke waardigheid belangrijk is, dan moeten we uitleggen waar dat vandaan komt. Wat de geschiedenis is van zo'n begrip, welk mensbeeld erbij hoort. Zo'n waarde komt niet zomaar uit de lucht vallen, maar heeft zich ontwikkeld, is gestoeld op het Christendom, op het humanisme en is een reactie op de Tweede Wereldoorlog.
Dat verhaal moet niet alleen verteld worden, maar ook op een zodanige manier dat het tot de verbeelding spreekt. Zonder een of andere vorm van canon zal het niet gaan. Vervolgens kun je allerlei meningen over die canon ontwikkelen, maar intussen is het duidelijk wat de norm is. Zolang we dat niet doen, blijft het een hopeloos dossier. Mark Rutte kan wel zeggen dat we normaal moeten doen, maar het gaat er in de eerste plaats om te laten zien voor welke waarden je zelf staat. Over dat laatste moeten we veel beter nadenken.