Complotdenken is verleidelijk. Het houdt een soort exclusieve toegang tot de 'echte' waarheid voor, het onthult de waarheid achter de waarheid, maar evenmin als paranoid reading leidt het tot nieuwe inzichten. Complotdenkers zoeken – via vaak acrobatisch deductieve logica – naar bevestiging voor een waarheid die er al is: namelijk dat er onderdrukkende systemen bestaan in de wereld. Het slechte nieuws is altijd al geweten, net zoals paranoid reading verrassingen elimineert door erop te anticiperen. Elke onthulling krijgt daardoor iets zelfbevestigends, aldus Sedgwick.
Complotten, samenzweringen, fake news, alternatieve feiten en andere vormen van paranoïde kennis klinken vaak in de eerste plaats potsierlijk, maar ze zijn niet schadeloos – zeker niet als ze terrein winnen van wetenschap en journalistiek.
De voorlopig onvolledige waarheid van virologen, die nog niet weten hoe het coronavirus te bestrijden, kan voor mensen die op zoek zijn naar houvast zwakker, en daardoor minder aannemelijk lijken dan de geconfabuleerde, overkoepelende waarheid van het 5G-complot. De meest ijverige complotdenkers slagen er zelfs in om het virus aan de Black Lives Matter-beweging en aan de ecologische crisis te koppelen zodat meteen alle problemen verklaard zijn.
Een kenmerk van paranoïde kennis, stelt Sedgwick met een term die ze leent van psycholoog Silvan Tomkins (1911-1991), is dat het een 'sterke theorie' vormt die streeft naar volledigheid. Een paranoïcus kan je niet overtuigen van zijn ongelijk. Het is onmogelijk om met een complotdenker in discussie te treden, omdat je je simpelweg niet in hetzelfde waarheidsstelsel bevindt. Voor de complotdenker is de ander immers slachtoffer van een samenzwering.
Al dat woekerende wantrouwen, zowel in mezelf als bij anderen, stemde me de afgelopen maanden moedeloos. Een paranoïde relatie tot kennis is tot op zekere hoogte nodig, het zorgt voor een kritische afstand, maar het mag geen vaststaande ideologie worden. Gelukkig maakt Sedgwick, zoals steeds in haar schrijven, een opening voor alternatieven.
Als een aanvulling op paranoid reading stelt ze in het essay het opwindende idee van 'reparative reading' voor. Reparative reading vraagt bij het lezen en interpreteren niet zozeer of bepaalde kennis waar is, maar stelt vragen van beweeglijkere aard. Wat doet kennis? Wat brengt het najagen en blootleggen van kennis teweeg? Wat betekent het om opnieuw kennis van iets te nemen? Hoe kunnen we ons het best bewegen door de oorzaken en gevolgen van bepaalde kennis?
Reparative reading laat in de zoektocht naar kennis ruimte voor onduidelijke parameters zoals experiment, plezier, affect, verrassing, veranderlijkheid en wens. Deze herstellende leeshouding kan leiden tot nieuwe, afwijkende, subversieve of voorlopige verbindingen en betekenissen, die weliswaar niet in een overkoepelende waarheid resulteert, maar dat ook niet ambieert.
Reparative reading gaat volgens Sedgwick over opmerkzaamheid als een daad van kennis. Je laten raken is een daad van kennis. Plezier ervaren is een daad van kennis. Het is een stimulerende leeservaring en maakt daardoor een voorwaartse beweging in de zoektocht naar kennis, naar het nog niet bekende, in plaats van de wantrouwige lezing die poogt vooraf bepaalde systemen te onthullen.
[banner id="11"]
De Britse schrijfster Olivia Laing (1977) schreef in 2017 een column over reparative reading voor het kunsttijdschrift Frieze. Ze geeft daarin een voorbeeld van wat Sedgwicks herstellende lezing in de praktijk zou kunnen betekenen. Op de vooravond van Trumps inauguratie woont Laing een lezing van de Amerikaanse dichter Eileen Myles bij. In een van haar gedichten geeft Myles een alternatieve inhuldigingstoespraak waarin ze het Witte Huis even ludiek als serieus herbestemt als opvangtehuis, bibliotheek en voedselkantine. Het gedicht kon niet verder van de nakende werkelijkheid van Trumps presidentschap afstaan, en toch schrijft Laing:
'It felt reparative, listening to that; it felt as if my imaginative ability to frame utopias and then to move purposefully towards them might have been restored, at least for a minute, at least inside those book-clad walls.'
Laings ervaring toont hoe reparative reading perspectief kan toevoegen en de transformatieve kracht van lezen omarmt.
Sedgwicks voorstel is spannend. De herstellende vraag naar wat kennis teweegbrengt vergt denken en voelen, voorstellen en vergissen. Ik begrijp het als 'betekenis in wording'. Evengoed levert het niets op, maar die vrijheid alleen al voelt een stuk lichter dan de achterdochtige kramp waarmee we 'de waarheid' proberen te achterhalen. Het is het proberen waard.
Vooruit dan maar.