Is het goed om de leugen in de journalistiek zoveel mogelijk te bestrijden? Natuurlijk is dat goed. De vraag is alleen wel: hoe? Niet door te zeggen dat journalisten zich gewoon weer aan de feiten moeten houden. Daarmee suggereer je dat feit en fictie gemakkelijk van elkaar te onderscheiden zijn en dat er een absoluut verschil bestaat tussen die twee.
De voorstanders van deze terug-naar-de-feiten-aanpak, hebben het vaak over de vorm van de aarde. De aarde is rond en dat is volgens hen 'geen verhaal maar een feit'. Het probleem is alleen dat journalisten meestal niet berichten over of de aarde rond is, maar eerder over vragen als hoeveel Turken in Nederland zich meer Turk voelen dan Nederlander. Daarbij kun je foto's afdrukken van schreeuwende mensen met een Turkse vlag in de hand, of van Turken die juichen als Nederland wint met voetbal. Beide foto's zijn te beschouwen als feiten, even aangenomen dat er niet gefotoshopt is, maar het maakt veel uit welke je laat zien voor het verhaal dat je vertelt.
Het postmodernisme krijgt vaak de schuld. Deze manier van denken zou alles 'als ook maar een verhaal' zien. Weg met het postmodernisme dus. Ik denk dat die postmoderne denkers juist vrij accuraat hebben beschreven wat er aan het gebeuren is: door de komst van de massa- en nieuwe media is er een overvloed aan verschillende stemmen met verschillende perspectieven te horen. Deze stemmen krijgen steeds meer een gelijke status en daardoor gaan ze elkaar ondermijnen. Die postmodernisten hebben dus gelijk gekregen.
Het is niet zo dat serieuze kranten en tijdschriften de laatste tijd minder objectief zijn of meer leugens verkondigen. Waren kranten dertig jaar geleden niet juist explicieter rood, christelijk of katholiek? Ze hadden alleen meer autoriteit onder hun doelgroep. 'Het staat in de krant, dus het is waar', was een stilzwijgende afspraak. Nu zijn er steeds meer mensen die zich niet meer aan die afspraak willen houden.