Verhalen over mensen diep in de schuldenput zijn als een horrorfilm. Je krijgt kippenvel van de narigheid op het scherm, maar geniet daarom des te meer van de warme chocolademelk op de bank of dat lekkere biertje in de fluwelen bioscoopstoel.
Maar andermans schulden zijn ook jouw probleem. Werk je in de vastgoedsector of in de bouw? In de hele rataplan aan sectoren die daaraan vasthangt – hypotheekverstrekkers, adviseurs, makelaars, banken, enzovoort? Grote kans dat jouw klanten schulden moeten maken om hun rekening te betalen. Zonder schulden voor hen geen salaris voor jou.
De schuldenvloek spant breder. Begin jaren negentig hadden Nederlandse huishoudens schulden die goed waren voor een kleine 45 percent van de economie. In 2010 was dat opgelopen tot bijna 120 percent. Twee decennia lang hebben wij elk jaar grofweg 2.5% van het bruto binnenlands product extra bijgeleend. Jaar in, jaar uit. De BV Nederland was verslaafd aan rijzende schulden. Net als een partyganger die elk weekend een langer lijntje coke nodig heeft om dezelfde roes te beleven.
De rente staat nu ultra-laag, en burgers kunnen hun aflossingen wel bijbenen. Maar stijgt die rente – wat vroeger of later zal moeten – komt een hoop mensen in de problemen. Dan beginnen de eerste domino's te vallen, en ligt de volgende recessie op de loer. De jonge generatie krijgt het dan moeilijk, met dank aan de zorgeloosheid waarmee de generatie van hun ouders zich in de schuldenput heeft gestort.
Het gezicht van het Nederlandse kredietprobleem is niet die stereotype bijstandsmoeder die haar gasrekening niet kan betalen. Het is een goed-verdienend middenklassengezin met een BMW voor de deur – en een torenhoge hypotheek. Sinds schulden geen maatschappelijk randverschijnsel meer zijn maar essentiële brandstof voor de Nederlandse economie, hangt ook jouw toekomst aan een zijden schuldendraadje, of je nou zelf rood staat of niet.